Dierlijke proefcentra bundelen krachten: “Beter inspelen op sectorevoluties”
nieuwsHet provinciale Proefbedrijf Pluimveehouderij, het onderzoekscentrum voor melkveehouderij en voedergewassen Hooibeekhoeve, het Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw (PVL) en Inagro zijn aparte organisaties, maar kiezen voortaan voor een structurele samenwerking. Hun bevindingen moeten veehouders vooruithelpen, en antwoorden helpen bieden op komende uitdagingen.
Hoewel de proefcentra afzonderlijke organisaties zijn, hebben ze in het verleden al samengewerkt aan diverse projecten. Zo was er Biofilm Prevent, een onderzoek naar alternatieve drinkwaterbronnen voor vee. Interreg RAMBO ondersteunt pluimvee- en varkensbedrijven met een integrale aanpak om de ammoniakemissie in hun stallen in te dijken. Tot slot waren er ook WAVE en BESS. WAVE focust op waterverbruik en bindt de strijd aan met waterschaarste in de veehouderij, BESS zet met bedrijfsadvies over erf- en silosappen in op de verbetering van de waterkwaliteit in landbouwgebied. Tot slot stonden de organisaties ook aan de wieg van het Consortium Vemis, dat kennis opbouwt inzake emissies.
Collaboratieve onderzoeksprojecten zoals deze worden voortaan de norm. “Door regelmatig en structureel te blijven samenwerken ook na afloop van projecten kunnen de vier proefcentra een langetermijnvisie voor praktijkonderzoek ontwikkelen die niet enkel focust op specifieke onderwerpen”, meldt de provincie Antwerpen. “Zo kan er beter ingespeeld worden op sectorevoluties.”
Goed rapport voor innovatieve luchtwasser van KU Leuven
7 augustus 20243,7 miljard euro
“De dierlijke productie is met een eindproductiewaarde van 3,7 miljard euro economisch de belangrijkste activiteit binnen de landbouwsector”, vertelt gedeputeerde voor Landbouw Kathleen Helsen van de provincie Antwerpen. “Enerzijds draagt deze sector zowel lokaal als exportgericht bij aan de Vlaamse economie. Anderzijds staat de dierlijke sector in onze snel evoluerende maatschappij ook onder druk. De vier proefcentra willen bedrijfsleiders helpen om uitdagingen op het gebied van eiwittransitie, energie, circulaire landbouw, impact op de omgeving, watervoorziening... op de bedrijven van landbouwers te optimaliseren. Dankzij deze intense samenwerking over provinciegrenzen heen krijgen innovaties alle ruimte. Het maakt efficiënter en nauwer samenwerken mogelijk tussen landbouwers en de brede sector.”
Ook de Limburgse gedeputeerde voor Landbouw Inge Moors is enthousiast. “De veehouder staat voor een periode van transitie waarin de impact van de productie op klimaat en omgeving moet worden gereduceerd en rekening moet worden gehouden met maatschappelijke wensen in het productieproces”, klinkt het. “Ondersteuning en innovatie op het niveau van de praktijk speelt een sleutelrol om deze omwenteling te kunnen realiseren.”
Bart Naeyaert, gedeputeerde bevoegd voor landbouw in West-Vlaanderen voegt toe: "Vanuit West-Vlaanderen mogen we hier niet ontbreken. Landbouw is een bijzonder belangrijke sector in onze provincie. We zijn verheugd met de intensifiëring van onze samenwerking over provinciegrenzen heen. Het is immers van groot belang om via onderzoek te werken aan de veehouderij van de toekomst. We zijn ervan overtuigd dat deze bezegeling van de samenwerking een ambitieuze start kan zijn om bij Vlaamse en Europese overheden meer slagkracht te hebben nu we de krachten voor de veehouderij op ook lange termijn moeten bundelen."
Voortaan zullen de vier proefcentra zich samen dus profileren als merk binnen de sector en de onderzoekswereld op regionaal, Vlaams, nationaal en internationaal niveau.
