DGZ op zoek naar nieuwe balans in samenwerking met FAVV

De overeenkomsten met het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) zijn strategisch erg belangrijk voor Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ). Dat bleek nog maar eens tijdens de jaarvergadering van de organisatie die een brugfunctie vervult tussen de veehouder, dierenarts en overheid. Door een onverwachte begrotingsinspanning had die samenwerking in 2014 een eerder onaangename verrassing in petto, dit jaar zitten de twee partijen uitgebreid rond tafel om een "uitgebalanceerde", nieuwe vijfjarenovereenkomst uit te werken.

In 2010 sloot DGZ een vijfjarenovereenkomst met het FAVV om verschillende overheidsopdrachten op zich te nemen, 24 in totaal. De meest omvangrijke is uiteraard het organiseren van een operationeel centrum voor preventie en diergeneeskundige diagnostiek. Maar daarnaast gaat het onder meer ook over bewakings- en begeleidingsprogramma’s en eventuele crisisactiviteiten. Eind 2014 was het even schrikken toen bleek dat de nieuwe federale regering besliste om stevig te knippen in het budget van het FAVV met een besparing van 20 procent als gevolg.

“Het zal een bijzondere uitdaging zijn om desondanks het merendeel van de taken die in deze overeenkomsten zijn vastgelegd ten voordele van de veehouderijsector én de overheid te kunnen blijven uitvoeren”, zegt DGZ-directeur Denis Volckaert daarover. “Maar ook dat maakt deel uit van goed besturen”, voegt voorzitter van de raad van bestuur Marcel Heylen daaraan toe, “onverwachte obstakels op een positieve, professionele en realistische manier aanpakken en implementeren in de werking van de organisatie.”

De bittere pil lijkt ondertussen al grotendeels verteerd, want na uitgebreid overleg is de besparingsoefening zo goed als rond. “We hebben activiteit per activiteit bekeken waar we efficiëntiewinsten konden boeken”, legt Bert Matthijs van het FAVV uit. “En sommige subconventies hebben we zelfs geschrapt omdat de meerwaarde al te beperkt was.” Gevraagd naar de samenwerking liet Matthijs ook nog duidelijk verstaan dat die uitstekend verloopt: “Vanuit het FAVV hebben we heel veel respect voor de werking van DGZ. Ze beschikken over een specifieke en enorm uitgebreide kennis.”

Bovendien blijkt DGZ een belangrijke schakel te zijn in de communicatiestrategie van het FAVV. “Onze boodschap wordt positiever onthaald als we die via DGZ brengen”, geeft Matthijs toe. “Dat komt uiteraard doordat het bij DGZ gaat om collega-veehouders onder elkaar. Die permanente terugkoppeling naar de sector zorgt voor een ingebakken zelfreflectie wat op zijn beurt uitmondt in realistisch beleid. Kijk bijvoorbeeld naar de analysetechnieken waarin DGZ investeert. Die zijn steeds in het belang van de sector.”

Wat de accenten voor 2015 en de nabije toekomst betreft, wil DGZ steeds nadrukkelijker inzetten op preventie en het vroegtijdig opsporen van dierziekten via monitoringsprogramma’s. Op die manier kan de gezondheidstoestand van de veestapel nog nauwkeuriger in beeld gebracht worden. “Nog meer aandacht voor bioveiligheid, hygiëne en een mentaliteitswijziging bij vooral erfbetreders moeten daarvoor zorgen”, aldus Heylen. “We willen met onze monitoringsprogramma’s de dierengezondheidszorg laten evolueren van een curatieve naar een preventieve aanpak”, verwoordt Volckaert de ambitie van DGZ.

In zijn terugblik op het voorbije jaar verwijst Heylen verder ook nog naar de opstart van het BVD-programma en de bouwwerkzaamheden: in Torhout werd de eerste fase van de verbouwingen opgestart en afgerond, waardoor de PCR-activiteiten (om het DNA in monsters te vermenigvuldigen) van de site in Lier verhuisd kunnen worden naar Torhout en alle labo-activiteiten vanaf nu gecentraliseerd zijn op één site. Voor de site in Lier werd in nauw overleg met het Melkcontrolecentrum Vlaanderen (MCC) gewerkt aan de herinrichting van het gebouw om ook op die manier een efficiëntieverbetering te realiseren. Met MCC wil DGZ in de toekomst overigens nauwer gaan samenwerken, met name op het vlak van ICT, bedrijfsadvisering en logistiek.