België stemt voor erkenning GGO-voedsel

Sinds enkele weken is in Europa een wetgeving van kracht over de manier waarop wordt omgegaan met GGO's. Daarom kunnen nu opnieuw concrete aanvragen behandeld worden. In principe is het aan de lidstaten om te beslissen over de aanvragen. Veel landen blijven echter tegen de erkenning, of vrezen het verzet bij de publieke opinie. Daarom slagen de EU-lidstaten er maar niet in beslissingen te nemen. Daardoor komen de dossiers uiteindelijk op de tafel van de EU-Commissie terecht, die op basis van wetenschappelijk advies het licht op groen zet.

Een eerste dossier dat volledig is afgewerkt, is dat van de maïs voor menselijke voeding Bt11. Dat kreeg de erkenning van de Commissie. Maandag moesten de ministers van Landbouw beslissen over de maïs NK603 voor gebruik als menselijk voedsel en als veevoeder. Voor menselijke gebruik gingen tien landen akkoord met de erkenning, tien stemden tegen, vijf landen onthielden zich. Het dossier gaat dus alweer naar de Commissie. Het gebruik voor veevoeder werd wel goedgekeurd.

Deze verdeeldheid tussen de lidstaten zal wel nog even aanhouden. Het Belgische standpunt evolueert intussen wel. Vandaag heeft België ja gestemd, terwijl het nog neen was in het geval van Bt11. Het Belgische standpunt wordt binnen Europa vertolkt door federaal minister van Landbouw Sabine Laruelle (MR), na overleg met de gewesten.

Vlaams minister van Landbouw Jef Tavernier (Groen!) protesteert wel tegen de Belgische positie. Hij vroeg dat België zich zou onthouden. Laruelle wou dit niet. Op een coördinatievergadering was beslist 'voor' te stemmen. Het kabinet-Tavernier had daarvoor het licht op groen gezet. Dat Tavernier in een latere fase terugkwam op dat standpunt, kon volgens Laruelle niet meer in rekening gebracht worden.

Dat Tavernier over enkele uren/dagen in de oppositie zit, maakte het voor Laruelle natuurlijk makkelijker om geen rekening te houden met het laattijdige protest. Tavernier zelf tilt er niet te zwaar aan: het Belgische standpunt was op de Europese vergadering toch niet doorslaggevend.