nieuws

Nieuw bestuur Oostkustpolder bindt strijd aan met water

nieuws
Vorige week werd de nieuwe bestuursploeg gekozen van de Oostkustpolder, een fusie van vier lokale polderbesturen. Landbouwer op rust Antoinne Wijffels legt bij zijn verkiezing als ‘dijkgraaf’ de nadruk op de nood aan pompgemalen om de polders bij hevige neerslag te beschermen tegen wateroverlast. Ook de verzilting van de laagste gebieden vraagt om een oplossing.
15 september 2011  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:01
Lees meer over:

Vorige week werd de nieuwe bestuursploeg gekozen van de Oostkustpolder, een fusie van vier lokale polderbesturen die 21.000 hectare en 600 kilometer waterlopen beslaat. Landbouwer op rust Antoinne Wijffels legt bij zijn verkiezing als ‘dijkgraaf’ (voorzitter, nvdr.) de nadruk op de nood aan pompgemalen om de polders bij hevige neerslag te vrijwaren van wateroverlast. Ook de verzilting van de laagste gebieden vraagt om een oplossing.

De Oostkustpolder is een fusie van vier polderbesturen die aan het Leopoldkanaal grenzen: de Polder Sint-Trudoledeken, de Damse Polder, de Zwinpolder en de Nieuwe Hazegraspolder. Met een oppervlakte van 21.000 hectare spreidt de nieuwe fusiepolder zich uit over de gemeenten Oostkamp, Brugge, Beernem, Maldegem, Damme en Knokke-Heist. De komende zes jaar neemt Antoinne Wijffels het voorzitterschap van de bestuursploeg waar.

De eerste taak van het polderbestuur bestaat erin het gebied waarin het werkzaam is te vrijwaren van wateroverlast. Daarvoor beschikt de fusiepolder over een fijnmazig netwerk van waterlopen van ongeveer 600 kilometer. “Het is wenselijk dit in de toekomst nog uit te breiden om meer neerslag te kunnen bufferen”, meent Wijffels.

“Naast de zorg voor een betere kwaliteit van het oppervlaktewater is een goed onderhoud van de waterlopen van groot belang in gebieden die lager liggen dan het gemiddelde zeepeil en dus enkel afwateren bij eb”, zegt Wijffels. “Jaarlijks maait een aannemer de waterlopen in het najaar. Waar nodig worden periodiek waterlopen geruimd van slib of opnieuw vorm gegeven. Zo creëren we bufferruimte en verzekeren we een vlotte afvoer van het overtollig water”, legt Wijffels uit.

Bijna al het overtollig water wordt naar zee afgevoerd via het Leopoldkanaal dat slechts bij laag tij water kan lozen in zee. Wijffels maakt zich daarom zorgen over het ontbreken van pompgemalen, dat zijn gebouwen waar zich één of meerdere pompen bevinden die het overtollige water van een laag naar een hoger gebied of in zee kunnen pompen.

“België is het enige land in Europa dat geen pompgemalen heeft om in noodgevallen water rechtstreeks in zee te pompen”, waarschuwt Wijffels. “Hopelijk komt daar gauw verandering in want het klimaat verandert zodat de kans op hevige neerslag toeneemt”, richt Wijffels zich tot de overheid. Daarnaast vraagt hij ook een oplossing voor de verzilting van de laagste gebieden langs de kust. Door de uitbreiding van natuurreservaat ‘Het Zwin’ en de verbreding van het Schipdonkkanaal groeit immers het probleem.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek