"Moet dat dingske aan mijn koe prutsen?"
nieuwsValgaeren kreeg voortdurend commentaar. "Wanneer ze me voor de eerste keer zagen, vroegen ze zich af of 'dat dingske' aan hun koe moest werken". De seksistische opmerkingen waren nooit ver weg. "Vooral toen ik in de zomer in short en met korte mouwen op het erf verscheen, kreeg ik de volle laag. Ze verwachtten dat ik ook bij 25 graden een pull en lange broek zou aandoen".
Ze wist dat ze zich altijd net iets meer moest bewijzen dan de mannelijke collega's. "Wanneer er bijvoorbeeld iets fout liep, dan lag het altijd aan mij, nooit aan andere omstandigheden. Ze zien je gewoon niet voor vol aan. Al zal dat ook met het uiterlijk te maken hebben. Als je 1,80 meter bent, 90 kilo weegt en kort haar hebt, aanvaarden ze je misschien meer".
Na twee jaar had ze er genoeg van. "Ik kon wel een grote mond opzetten, ik zei altijd wel iets terug. Maar na een tijd is dat ook niet meer leuk. Bovendien doen de boeren steeds meer zelf, want het mag niet te veel geld kosten. Ze denken economisch, een dierenarts roepen ze alleen in hoogste nood op". Valgaeren is zich meer op paarden en kleine huisdieren gaan toeleggen. "Dat is aangenaam werk, en je moet er 's nachts niet voor opstaan".
Iedere voormiddag doet ze ook keuring in het slachthuis. Ook dat is volgens Valgaeren een echt mannenbastion. "Maar het gaat wel. Bovendien komen er steeds meer vrouwen voor. Belangrijk is dat het slachthuis voor mij een verzekerd inkomen is. Want voor de rest ben je als zelfstandige afhankelijk van de klanten".