Kataraktdecreet regelt huisvesting seizoensarbeiders
nieuwsMomenteel valt de tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders onder de normen van het zogeheten kamerdecreet. Dat betekent concreet dat deze arbeidskrachten gehuisvest moeten worden in een kamer met een minimale vloeroppervlakte van twaalf vierkante meter indien ze bewoond wordt door één persoon en van achttien vierkante meter als ze wordt bewoond door twee personen. In de praktijk worden de seizoensarbeiders vaak ondergebracht in minder goede omstandigheden.
In juli presenteerde de minister voor het eerst zijn plan met soepelere normen aan vertegenwoordigers van de fruitsector. Dat is nu in een voorstel van decreet gegoten, het zogenaamde Kataraktdecreet. Daarin wordt een oppervlaktenorm van acht vierkante meter vooropgesteld. Daarnaast wordt een norm voor de gezamenlijke oppervlakte van de kamer en gemeenschappelijke ruimte opgelegd. De som van beide dient minimaal achttien vierkante meter te bedragen als de kamer wordt bewoond door één persoon. Voor elke bijkomende persoon moet tien vierkante meter worden bijgeteld, namelijk acht vierkante meter slaapgelegenheid en twee vierkante meter gemeenschappelijke ruimte.
Tijdens een overgangsperiode tot eind 2010 zullen soepelere overgangsnormen gehanteerd worden. Kamers waarin stapelbedden staan, moeten in de overgangsregeling een minimale oppervlakte van zes vierkante meter per persoon hebben. Tot begin 2011 wordt de norm voor gemeenschappelijke ruimte en kamer geschrapt en vervangen door een norm voor de gemeenschappelijke ruimte. Die dient een oppervlakte van één vierkante meter per persoon te hebben. Het absolute minimum voor de gemeenschappelijke ruimte is wel zes vierkante meter.
"Dankzij deze regeling komt er rechtszekerheid voor de fruitboeren. Voortaan weten ze ondubbelzinnig welke normen nageleefd moeten worden bij de huisvesting van seizoensarbeiders. Bovendien is de regeling de facto een versoepeling van de huidige regelgeving die opgenomen is in het kamerdecreet", zegt Veerle Heeren.(KS)