Intensieve landbouw nadelig voor amfibieënbestand
nieuwsEen kleine tweehonderd vrijwilligers sloofden zich in de periode 2000-2005 uit om in ruim 1.300 poelen in de provincie West-Vlaanderen de amfibieën te tellen. Ze kregen daarbij de medewerking van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek en het provinciebestuur. In vergelijking met 25 jaar geleden blijkt daaruit dat alle soorten een "lichte tot sterke achteruitgang kennen", zo meldt een mededeling van het provinciebestuur.
Enkel de gewone pad en de vinpootsalamander bleven constant in aantal. De achteruitgang is het sterkst in intensieve landbouwgebieden van de zand- en leemstreek. Ook blijkt dat de achteruitgang in West-Vlaanderen sterker is dan in de andere provincies. In 25 jaar tijd is een kwart van de poelen verdwenen, maar dat verklaart maar een deel van de achteruitgang. Veel schade wordt ook aangericht door de dalende kwaliteit van het water in de poelen.
De grootste bedreiging voor de amfibieën zijn de vis, de mest en het dichtgroeien van poelen. De vissen eten de eieren en larven op, de mest die van de akkers spoelt bevordert de algenbloei die het leven in de poelen verstikt en troebel maakt. Salamanders hebben echter helder water nodig om op kleine waterdieren te jagen. West-Vlaanderen kent veertien soorten amfibieën. Eén soort, de vuursalamander, is uitgestorven en drie zijn erg zeldzaam of met uitsterven bedreigd: de boomkikker, de poelkikker en de rugstreeppad.
Lees ook: Opinie: Maarten Stieperaere (VLM): "Impact agromilieumaatregelen blijft groeien"