België verkrijgt BSE-statuut 'verwaarloosbaar risico'
nieuwsTen tijde van de BSE-epidemie werden in België 133 gevallen van de overdraagbare aandoening bij runderen vastgesteld. In 2006 dook de gekkekoeienziekte voor het laatst op. Dinsdag verkreeg ons land van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE) het BSE-statuut 'land met verwaarloosbaar risico'. België is na Finland, Zweden en Denemarken pas het vierde EU-land dat dit statuut behaalt.
Boviene spongiforme encefalopathie (BSE) is een overdraagbare aandoening bij runderen die de hersenen treft en steeds tot de dood van het dier leidt. De BSE-epidemie begon in 1986 in het Verenigd Koninkrijk, van waaruit ze zich verder verspreidde. In 1997 werd het eerste BSE-geval in België vastgesteld, waarna een officieel BSE-bewakingsprogramma werd opgestart waarbij alle klinisch verdachte runderen verplicht onderzocht werden.
Het programma werd in 2001 uitgebreid met een actief bewakingssysteem, waarbij ook gezonde slachtrunderen en kadavers van runderen onderworpen werden aan een snelle test om BSE op te sporen. Dit bewakingsprogramma is nog steeds in voege. Sinds 1998 is het in ons land bovendien verplicht om in het slachthuis risicomateriaal, zoals de hersenen en het ruggenmerg, te verwijderen uit alle runderkarkassen bestemd voor menselijke consumptie. Daarnaast is het sinds 2001 verboden om dierlijke eiwitten aan runderen te voederen.
Gezien de gunstige evolutie van de BSE-situatie in België de laatste jaren diende het Voedselagentschap in 2011 een dossier in bij de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE) ter verkrijging van het BSE-statuut 'land met verwaarloosbaar risico'. Een expertenwerkgroep van het OIE beoordeelde het Belgische BSE-bewakingssysteem positief. Ook de controles die door het Voedselagentschap worden uitgevoerd bij de invoer van runderen en runderproducten, in veevoederfabrieken, verwerkingsbedrijven, enz. kregen een goede beoordeling.
Finaal formuleerden deze experten een gunstig advies. Op 22 mei verkreeg België, tijdens de 80ste algemene vergadering van de Werelddiergezondheidsorganisatie in Parijs, officieel het statuut 'verwaarloosbaar risico' op BSE. Dit statuut zal de handel in levende runderen, rundvlees en andere runderproducten met derde landen sterk vergemakkelijken.
Ook op de eventuele toekomstige herzieningen van de BSE-bewaking kan dit statuut op (middel)lange termijn een gunstige invloed hebben. "Het wijzigt evenwel niets aan het huidig beleid inzake de verwijdering van risicomateriaal in slachthuizen en het weren van dierlijke eiwitten uit rundveevoeder", zegt het Voedselagentschap.
Dat België pas de vierde EU-lidstaat is die dit statuut behaalt, bevestigt volgens het Voedselagentschap de efficiëntie van de controles die zij samen met de betrokken sectoren uitvoert in de strijd tegen de 'gekkekoeienziekte'.