Aankoopprotocol moet test op dierziekten stimuleren
Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) heeft een aankoopprotocol uitgewerkt dat het onderzoek naar ziekten bij aankoop van runderen moet stimuleren. Reden daarvoor is het risico op verspreiding van dierziekten bij aankoop van runderen en het onvoldoende besef daarvan bij rundveehouders en veeartsen. Vanaf 1 januari 2011 kan elke rundveehouder zich vrijwillig beroepen op het protocol.
“De aankoop van een rund gaat vaak gepaard met de aankoop van een ziekte. Niet alle veehouders en dierenartsen zijn zich voldoende bewust van dit gevaar. In het economische en commerciële belang van de hele Belgische rundveesector, is het noodzakelijk om algemene bioveiligheidsmaatregelen te nemen. Met het nieuwe aankoopprotocol willen we veehouders hiervan bewust maken”, verklaart DGZ. Andere voordelen van het protocol zijn volgens de organisatie de mogelijkheid om dierziekten te monitoren en ondersteuning te bieden bij het verplichte bestrijdingsprogramma.
Bedoeling is dat een dierenarts een bloedstaal neemt van het aangekochte rund en dit opstuurt naar het labo van DGZ. Daar zal het staal onderzocht worden op BVD-antigeenbepaling, IBRgE of IBRgB, en zal de aanwezigheid van antistoffen tegen paratuberculose en neospora bekeken worden. “In het kader van het nieuwe gezondheidsbeleid van het Voedselagentschap zullen de stalen ook steekproefsgewijs onderzocht worden op brucellose en leucose”, voegt DGZ toe.
Begin december werd het eerste geval van brucellose in 10 jaar tijd aangetroffen in België. Brucellose is een besmettelijke runderziekte die voornamelijk problemen veroorzaakt bij drachtige koeien en verwerping veroorzaakt. Het was van maart 2000 geleden dat nog een geval van besmetting werd aangetroffen op Belgische bodem. Sinds 2003 was België zelfs officieel vrij van brucellose verklaard door de Europese Commissie.
Als reactie op de besmetting onderzocht het Voedselagentschap welke bedrijven met de besmette dieren in contact kwamen, en bepaalde zo 150 contactbedrijven. Deze worden allemaal serologisch onderzocht. Voor een twintigtal bedrijven geldt een verhoogd risico.
