Studenten diergeneeskunde leren omgaan met nutsdieren

Steeds minder studenten diergeneeskunde zijn vertrouwd met koeien, varkens en andere boerderijdieren. Om daar wat aan te doen, bouwt de Universiteit Antwerpen een stal. In De Ark moeten de dierenartsen in spe leren omgaan met dieren. "Door de invoering van de BaMa-structuur verandert het curriculum", zegt Peter Bols, voorzitter van het departement diergeneeskunde. "Daardoor komen studenten veel vroeger in de opleiding in contact met levende dieren".

Vanaf de bachelor-jaren wordt omgaan met dieren een verplicht vak. "Veel studenten hebben weinig of geen affiniteit meer met nutsdieren zoals koeien, varkens en schapen", vertelt Bols. "Het landelijke leven is veel jongeren totaal onbekend. Vroeger kende iedereen wel een boer. Van de 75 studenten in het derde jaar is er eentje die thuis koeien heeft. Een Nederlandse dan nog".

De bouw- en milieuvergunningen voor het project De Ark zijn binnen. "We bouwen de stal, eigenlijk een kleine demonstratiehal, naast het bestaande gebouw op Campus Drie Eiken", legt de departementsvoorzitter uit. "We willen nog dit jaar beginnen met bouwen, zodat we kunnen starten in februari of maart 2007". In de stal zal er plaats zijn voor een achttal koeien, vijf paarden en wat schapen, varkens en geiten.

De Ark wordt zeker geen dierenkliniek. Bols: "De UA organiseert alleen de bachelorjaren, waarin studenten nog niet met zieke dieren bezig zijn. Ons nieuwe project zal hen leren omgaan met dieren. Hoe moet je een koe vastnemen? Op welke manier neem je een melkstaal? Hoe krab je een paardenhoef uit? Zulke zaken zijn essentieel voor een goede dierenarts".

Het departement diergeneeskunde op de UA telt iets meer dan drienhonderd studenten, een getal dat de laatste jaren stabiel is gebleven. "De meisjes zijn goed voor 85 procent van de studenten", vertelt Bols. "Geen probleem natuurlijk, maar zij focussen vooral op de kleine huisdieren. Als die trend zich doorzet, verwacht ik een tekort aan veeartsen".