Nieuwe labels beconcurreren groeiende biosector in VS

De jonge biologische sector in de Verenigde Staten is een succesverhaal, maar de verkoop van biologische voedingsmiddelen heeft wel een deuk opgelopen. Naast de economische recessie ondervindt de sector groeiende concurrentie van nieuwe labels als 'locally grown' of 'natural' en van voedingsmiddelen met een toegevoegde waarde zoals 'reduced salt' en 'high in protein'.

In de Verenigde Staten heeft het biologisch gecertificeerde landbouwareaal in de afgelopen 20 jaar een flinke groei doorgemaakt. In 1990, het jaar waarin de nationale wetgeving voor biologische teelt werd aangenomen, vond op minder dan 400.000 ha biologische productie plaats. In 2008 was dit 1,9 miljoen ha. Het aantal biologisch gecertificeerde stuks melkvee steeg van 87.000 dieren in 2000 tot 200.000 stuks in 2008 en het aantal biologische leghennen van 2,4 tot 348 miljoen. Toch is het percentage biologisch gecertificeerde landbouwgrond nog steeds laag: slechts op 0,7 procent van al de beschikbare landbouwgrond wordt biologisch geteeld.

Volgens de laatste cijfers van de Organic Trade Association (OTA) werd in 2009 voor een bedrag van 21,7 miljard euro aan biologische producten verkocht in de Verenigde Staten, waarvan 20,3 miljard euro voedingsmiddelen en 1,47 miljard euro andere bioproducten. Dit is een stijging van 5,3 procent vergeleken met 2008. Het groeipercentage is nog steeds respectabel, maar is een flinke daling vergeleken met de periode 1998-2008, toen jaarlijks stijgingen van 15 tot 20 procent gerealiseerd werden. Biologische voedingsmiddelen vertegenwoordigen 3,5 procent van alle voedselverkopen op detailhandelsniveau.

Meer dan de helft van biologische verkopen in de Verenigde Staten bestaat nog steeds uit groenten, fruit en zuivelproducten, gevolgd door sojamelk en andere dranken, verpakte producten, brood, snacks, specerijen en vlees. Inmiddels worden biologische producten vrijwel in elke traditionele supermarkt te koop aangeboden, maar ook de grote ketens als Wal-Mart en Costco, waar producten in grote verpakkingen tegen een lage prijs worden aangeboden, verkopen nu bioproducten.

Omwille van de snelle groei van de biosector sluit de VS handelsakkoorden af om de handel in bioproducten te versoepelen. In juni 2009 hebben de VS en Canada een equivalentieakkoord getekend voor biologische producten. Daarmee erkent men elkaars biologische standaarden. Inmiddels zijn ook de eerste stappen gezet voor een equivalentieakkoord tussen de EU en de VS. Dat wordt echter niet voor de zomer van 2011 verwacht. Evenals in het akkoord tussen Canada en de VS zullen er een paar onoverkomelijke verschillen zijn, waarvoor aparte eisen opgenomen moeten worden.

Vraag is of de dubbele groeicijfers voor de verkoop van biologische producten zich in de toekomst zullen blijven voordoen in de VS. Het politieke debat over de hoge kosten van gezondheidszorg en de obesitasproblematiek hebben geleid tot meer aandacht voor gezondheid en welzijn. Nieuwe labels voor voedingsmiddelen met een toegevoegde waarde hebben op deze trend ingespeeld. De verwachting is dat ook wanneer de economie verbetert, bioproducten niet zullen terugkeren naar hetzelfde peil als voor de recessie. In de politieke discussie is 'bio' voortaan slechts één van de categorieën die gelinkt wordt aan de trend van een gezonde en actieve levensstijl, die moet concurreren met andere, nieuwe labels.