Nederlands manoeuvre in Hedwigedossier wordt vernietigd

De Nederlandse staatssecretaris voor Economische Zaken, Sharon Dijksma, mag de Hedwigepolder in Zeeland geen extra beschermde status geven. Het gebied is al beschermd natuurgebied, maar de staatssecretaris wilde er nog extra juridische bescherming aan toevoegen. Dijksma heeft de dringende noodzaak daarvan niet aangetoond, meent de Nederlandse Raad van State. Vorig jaar in februari wees Dijksma de polder, die onder water wordt gezet en wordt teruggegeven aan de natuur, voorlopig aan als speciale beschermingszone. Met dit "extra juridische hek" wilde ze voorkomen dat er maatregelen zouden worden genomen die de ontpoldering kunnen belemmeren.

De Belgische eigenaar van de Hedwigepolder en de pachters in het gebied gingen in beroep tegen de aanwijzing als speciale beschermingszone. De Raad van State bepaalde in juli in een tussenuitspraak dat Dijksma inzichtelijk moest maken waarom ze de Hedwigepolder een beschermde status wilde geven. Daar heeft de staatssecretaris volgens de Raad van State niet aan voldaan door de deadline te laten verstrijken. Haar besluit moet worden vernietigd. Toch zou de ontpoldering gewoon doorgaan.

Het project heeft nogal wat voeten in de aarde gehad. Volgens een verdrag uit 2005 zou Nederland de Hedwigepolder onder water zetten als compensatie voor de uitdieping van de Westerschelde. De Haagse politiek twijfelde en veranderde in de loop der jaren vaak van standpunt. Ook vanuit Zeeland rees verzet. De Europese Commissie kwam er aan te pas om Nederland erop te wijzen dat het land z'n afspraken met België moest nakomen.

In 2012 besloot staatssecretaris Dijksma dat de polder, onderdeel van het Verdronken Land van Saeftinghe, in 2019 helemaal onder water moet staan. Als alles volgens plan verloop beginnen in mei volgend jaar de werkzaamheden om dat te bewerkstelligen.