Lijst van nieuwe eisen voor biologisch diervoeder

In het publicatieblad van de Europese Unie is op 15 juni de gewijzigde wetgeving inzake biologisch diervoeder gepubliceerd. Nieuwe regels zijn er onder meer omtrent de oorsprong en de etikettering van het biologisch diervoeder. Het Departement Landbouw en Visserij zet alle veranderingen op een rij.

Binnen de biologische dierproductie is het niet enkel van belang dat het diervoeder biologisch is, maar ook dat het diervoeder in hoofdzaak verkregen wordt op het bedrijf zelf. Op Europees niveau zijn hier specifieke regels voor vastgelegd.

Biologisch diervoeder moet in hoofdzaak verkregen worden op het bedrijf waar de dieren worden gehouden of bij andere biologische bedrijven in dezelfde regio. Op Vlaams niveau wordt de Europese Unie momenteel bestempeld als ‘dezelfde regio’.

Voor herbivoren moet ten minste 60 procent van de diervoeders van het landbouwbedrijf zelf afkomstig zijn. Als dat niet mogelijk is, moet het voeder in samenwerking met andere biologische landbouwbedrijven uit dezelfde regio worden geproduceerd.

Voor varkens en pluimvee gaat het om 20 procent van het voeder. Om aan dit percentage te voldoen, kan er ook een beroep gedaan worden op veevoederbedrijven. De landbouwer moet er - ook bij aankoop van voeders via een firma - zelf op toezien dat minstens 20 procent van het voeder uit zijn regio afkomstig is.

Op termijn is het de bedoeling om de percentages diervoeder afkomstig van het eigen landbouwbedrijf te verhogen. De term ‘regio’ zal nauwer gedefinieerd worden voor de voeders die aangekocht worden bij andere biologische bedrijven.

Meer info: Etikettering, additieven en uitzonderingsregel niet-biologisch eiwitvoeder