Laag belastingsbarema illustreert crisis zeugenhouderij

De landbouworganisaties Boerenbond, ABS en FWA hebben een akkoord bereikt met de belastingadministratie over de semibrutowinstcijfers van de deelsectoren in 2011. Een historisch laag cijfer van min 15 euro per dier voor de zeugenhouderij weerspiegelt de barslechte financieel-economische periode die zeugenhouders hebben doorgemaakt. Ook voor vleesvarkens, vleesvee en akkerbouw daalt het cijfer.

Hogere opbrengsten voor suikerbieten, een spectaculair lage prijs voor vrije aardappelen en aan kostenzijde sterke prijsstijgingen van meststoffen en stookolie resulteren in een daling van het akkerbouwbarema met 11 tot 15 procent, naargelang de landbouwstreek.

Zowel de melkprijs, de melkproductie per koe als de vergoeding voor het vlees van reforme koeien stegen ten opzichte van 2010. Door de hogere krachtvoederkosten en duurdere meststoffen wordt de stijging van het melkbarema afgeremd en bedraagt het globaal 9,4 procent.

Vleesvee bracht in 2011 niet meer op, terwijl de onkosten voor kracht- en ruwvoeder wel stegen. Hierdoor daalt het barema voor vleesvee in alle Vlaamse landbouwstreken met goed negen procent.

Opmerkelijk is de daling van het barema zeugenhouderij met 70 euro tot een historisch lage min 15 euro per zeug. Dit is vooral het gevolg van hogere krachtvoederkosten, gestegen energieprijzen en een iets lagere verkoopprijs van de biggen.

Bij de vleesvarkens daalt het barema met één euro per dier en komt het op vijf euro per vleesvarken. Boer&Tuinder verklaart dit door hogere verkoopprijzen van de vleesvarkens in 2011, iets goedkopere biggen en duidelijk hogere voederkosten. Het barema voor vleesvarkens op contract blijt 12 euro.