Hommeles in de varkenskolom over kwaliteitslabel Certus

Vorige week heeft het Duitse kwaliteitssysteem QS beslist om het contract met zijn Belgische evenknie voor varkensvlees Certus niet te verlengen na dit jaar. De Federatie van Belgische slachthuizen (FEBEV) grijpt dit aan om beheerder Belpork nogmaals te vragen om zijn structuur aan te passen en tot een kostenefficiënter systeem te komen. Belpork en Boerenbond zien dat anders.

De Federatie van Belgische slachthuizen, vleesuitsnijderijen en -groothandels vraagt reeds drie jaar aan Belpork om zijn structuur drastisch aan te passen en tot een kostenefficiënter systeem te komen voor de certificering van varkensvlees. Belpork is de vzw die de consumptie en het imago van Belgisch varkensvlees bevordert via het beheer en de certificatie van het kwaliteitslabel Certus voor vers varkensvlees.

Over de verlenging van de wederzijdse erkenning van Certus en QS wordt al sinds het najaar van 2011 onderhandeld. Recent heeft de Duitse kwaliteitsbeheerder besloten om Certus na 2012 niet meer te beschouwen als een evenwaardig kwaliteitslabel zodat Belgisch varkensvlees voor de Duitse markt door QS opnieuw gecertificeerd moet worden. Voor FEBEV was dit het sein om met QS naar een oplossing te zoeken en aan Belpork de vraag te herhalen om Certus te hervormen.

FEBEV heeft zich naar eigen zeggen altijd constructief opgesteld, maar zijn voorstellen werden afgewezen door Belpork. Voor FEBEV was het logisch dat na het zeer goede akkoord tussen CodiplanPLUS en QS - nu ook bijna drie jaar geleden - Belpork drastisch ging hervormen. FEBEV bleef echter op zijn honger zitten, voerde de laatste zes maanden daarom de druk op, maar werd uiteindelijk uitgesloten van de onderhandelingstafel met QS en Belpork.

FEBEV blijft erbij dat onvoldoende inspanningen worden geleverd om de kosten van het kwaliteitssysteem Certus te drukken. De federatie rekent op een nieuwe oplossing en wil met de partners uit de varkenskolom een gelijkaardig akkoord afsluiten als het Generiek Lastenboek Rund. "FEBEV was trekker binnen Meritus - het kwaliteitslabel voor rundvlees - om de noodzakelijke hervormingen door te voeren. Dit dossier heeft duidelijk getoond dat de verschillende federaties goed kunnen samenwerken en tot een stevig akkoord kunnen komen gebaseerd op de nieuwe basisprincipes, de sectorgidsen", luidt het.

Piet Vanthemsche schreef vrijdag reeds in Boer&Tuinder dat FEBEV af wil van de ketenbenadering - en vooral van de kosten - van Certus. Het Certuscertificaat wordt toegepast op de hele keten, vanaf het veevoeder, over de boerderij, het slachthuis en de uitsnijderij tot het verkooppunt. Bovendien is het de basis voor het gebruik van het label Meesterlyck op verwerkte producten, vooral hammen. Het systeem wordt gefinancierd met een heffing van 35 eurocent per karkas in het slachthuis, een bedrag dat zo veel mogelijk aan de afnemer wordt doorgerekend.

Vanthemsche noemt het Certuslabel van groot belang voor markttoegang in Duitsland aangezien het momenteel erkend is door het Duitse QS. "Wanneer FEBEV Certus verwerpt onder druk van enkele slachthuisbazen die de bijdrage niet meer willen betalen, dan is dat een verstrekkende keuze", aldus Vanthemsche. "De slachthuizen zullen nu hun verantwoordelijkheid moeten nemen en garanties bieden dat ook zij gecertificeerd zijn voor de Duitse markt, tenminste als ze onze varkens willen blijven slachten."

Contacten met QS hebben geleerd dat de Duitsers een groot vertrouwen hebben in het kwaliteitsysteem op het niveau van de Belgische varkenshouderij. Daarom ook besliste de sectorvakgroep Varkens van Boerenbond om voluit te gaan voor certificatie op niveau van het varkensbedrijf en daar te streven naar maximale efficiëntie en kostenbeheersing. De varkenshouders van Boerenbond geloven dat daar met CodiplanPLUS en Certus een zeer goede basis voor is.

Bij FEBEV zal volgens Vanthemsche heel wat diplomatie nodig zijn ten aanzien van QS. "Om hen te overtuigen, zullen de slachthuizen ook heel wat beter moeten doen op het vlak van hygiëne, zo blijkt uit verschillende rapporten, onder meer van QS", zegt Vanthemsche. De slachthuizen steunen voor hun autocontrolesysteem op de audits van het Voedselagentschap. Vanthemsche rekent erop dat het agentschap hier zijn werk doet en ervoor zorgt dat Belgische slachthuizen op het hoogste niveau werken.

FEBEV stelde voor Belpork een nieuwe structuur voor die "ook rekening houdt met de binnenlandse markt en er voor zorgt dat een meerwaarde gecreëerd kan worden voor de Belgische varkensketen, een meerwaarde die vandaag totaal ontbreekt en die de sector broodnodig heeft". Dit voorstel werd afgekeurd, maar FEBEV hoopt dat dit kader toch nog gerealiseerd kan worden. "Zo niet moeten we op zoek gaan naar een andere interprofessionele structuur", klinkt het dreigend, al wordt er meteen aan toegevoegd dat FEBEV voor de dialoog kiest en met alle betrokken beroepsfederaties rond de tafel wil zitten om samen de export te vrijwaren.

In een korte reactie betreurt Belpork dat FEBEV deze discussie nu plots in de media wil voeren. "De problematiek waarover de slachthuizenfederatie nu kritiek spuit, hoort thuis in de raad van bestuur van Belpork, waar FEBEV al gedurende de hele periode deel van uitmaakt en dus medeverantwoordelijk is." Dat er nog geen hernieuwd akkoord is met QS, heeft FEBEV naar verluidt volledig aan zichzelf te danken. Doch, Belpork wenst in een constructief overleg binnen de raad van bestuur verder te werken ten einde alle kansen op een reëel akkoord met QS - in het belang van de hele varkenskolom - niet in het gedrang te brengen.