Grondwaterstanden beter dan vorig jaar

In de zeer warme en zonnige maand juni viel in Vlaanderen beduidend minder neerslag dan normaal, weliswaar met enkele uitgesproken regionale verschillen. Dat meldt VMM. “In juni zagen we in de Westhoek en ter hoogte van Antwerpen waarden die minder dan de helft van de normale neerslagwaarden bedroegen. In het Maas en Demerbekken viel dan weer de meeste neerslag met waarden van zo’n 80-90 procent van het normale neerslagtotaal.”

Bovendien was juni een zeer warme en zonnige maand met hoge potentiële verdamping. Er was dan ook een sterke afname van het aandeel (zeer) hoge grondwaterstanden en een toename van het aandeel (zeer) lage grondwaterstanden voor de tijd van het jaar.

Stand van grondwater

Op 4 juli werd op 43 procent van de meetplaatsen een lage (31%) tot zeer lage (12%) grondwaterstand gemeten voor de tijd van het jaar. In 51 procent was die normaal en in zes procent hoog (4%) tot zeer hoog (2%). Uit de oppervlakkige grondwaterdroogte-indicator van NASA blijkt dat vooral in Centraal-Europa zeer droge waarden vertoont op 3 juli.

Debieten in waterlopen

De regenval in de tweede helft van juni had een positief effect op de debieten van de Demer, Dijle, IJzer en Leiebekken. Waterbeheerders verwachten dat deze toename slechts tijdelijk is, een onttrekkingsverbod bij een aantal onbevaarbare waterlopen en grachten blijft dan ook gelden. “In het Boven-Scheldebekken, het Denderbekken en de Brugse polders zien we zelfs een verdere afname met op sommige locaties meer dan een halvering van de debieten van begin juni”, aldus VMM.

Begin juli werd op 16,4 procent van de meetplaatsen een hoge tot zeer hoge 14-daags debietgemiddelde voor de tijd van het jaar gemeten. Op 50,7 procen van de meetplaatsen worden normale waarden gemeten. En op 32,8 procent heeft VMM lage tot zeer lage debieten gemeten. De situatie wordt van nabij opgevolgd door de Droogtecommissie.