Dagelijkse sterfte-rapportering is "extra en onnodige administratieve last" voor vleeskippenhouders
nieuwsVlaamse vleeskippenhouders moeten vanaf 15 oktober rapporteren over de dagelijkse sterfte in hun pluimveestapel. Het gaat om een eis van het Vlaamse departement van Dierenwelzijn op basis van Europese wetgeving. “Een extra, onnodige administratieve last. Braadkippenhouders brachten de sterfte op hun bedrijf al in kaart”, vertelt Danny Coulier die namens de ketenorganisatie Belplume betrokken was bij de uitwerking van een technisch instrument.
Op een Excelsheet moeten braadkippenhouders vanaf dinsdag 15 oktober gegevens bijhouden over de sterfte in hun stallen. Het Exceldocument moet vervolgens met de het slachtbegeleidingsdocument, oftewel VKI-document (VoedselKetenInformatie), overgemaakt worden aan de slachthuizen. Deze fungeren als postbus en sturen de informatie door naar de dienst Welzijn. Het systeem is mede-uitgedokterd door Belplume op vraag van het departement Dierenwelzijn. “De vraag kwam van het departement Dierenwelzijn, wij waren betrokken om ervoor te zorgen dat de wijze van rapportering op de meest efficiënte manier kan gebeuren”, stelt Danny Coulier.
Coulier geeft aan dat braadkippenhouders eerder ook het aantal sterftegevallen in hun stal noteerden. “Elke pluimveehouder heeft een hokkaart vooraan de stal hangen. Daar noteert hij gegevens over de dagelijkse sterfte en na een cyclus worden deze gegevens samen met het slachtbegeleidingsdocument overgemaakt aan het slachthuis.” Waar de pluimveehouders voorheen het totale sterfte-aantal meegaven, moet dat nu dus per dag genoteerd worden.
Gebaseerd op Nederlands systeem
Coulier, zelf ook braadkippenhouder in Alveringem, geeft aan dat dit ook voor hem niet nieuw is. “Ik lever veel aan Nederland en daar was het al langer gebruikelijk dat je een overzicht met uitval per dag doorstuurde. Het is overigens dit Nederlandse systeem dat als leidraad heeft gediend voor de uitwerking van een systeem in Vlaanderen, op basis van een Exceldocument.”
In dit document hoeft er geen onderscheid gemaakt worden tussen kippen die een natuurlijke dood sterven en dieren die geselecteerd en geëuthanaseerd worden op basis van bepaalde afwijkingen. In totaal mag de sterfte 3,5 procent van de aanvankelijke kuikenstapel zijn, maar in de praktijk ligt deze volgens Coulier in Vlaanderen vaak tegen de 2 procent. “De uitval in de stal is ook sterk afhankelijk van de kwaliteit van de eendagskuikens.”
Voor Gunter Klaassen, braadkippenhouder uit Ravels is de verplichting wel nieuw. Ook hij merkt op dat de sterfte al op de hokkaart werd vastgelegd. “Daar tel je alles bij elkaar op. Als je 10 sterftegevallen hebt en er komen er 2 bij dan noteer je 12 op de kaart. Als er de volgende dag weer 2 kippen sterven, dan noteer je 14.” In het nieuwe systeem moet hij dus dagelijks een tabel invullen. “Onnodig en extra administratief werk. Dit terwijl er in het Landbouwakkoord vorig najaar juist afgesproken was om administratieve verplichtingen af te bouwen.”
Bron: Eigen berichtgeving