De Lijn gaat experimenteren met brandstofcelbus

In het najaar start De Lijn een proefproject met een hybride brandstofcelbus, een bus zonder schadelijke uitstoot die wordt aangedreven op waterstof. Het gaat om een prototype van busbouwer Van Hool uit Koningshooikt. Dat heeft Vlaams minister van Mobiliteit Kathleen Van Brempt (SP.A) dinsdag in de commissie Mobiliteit bevestigd op een vraag van VLD-parlementslid Annick De Ridder.

De Lijn moet volgens Van Brempt een "voortrekkersrol" spelen op het vlak van het experimenteren met nieuwe en milieuvriendelijke voertuigtechnologieën. Vandaar dat De Lijn interesse betoont in brandstofcelbussen. Die worden aangedreven op waterstof en stoten alleen zuivere waterdamp uit. Volgens Van Brempt wil De Lijn eind dit jaar, tegen november, beginnen met een proefproject van zes maanden.

Busbouwer Van Hool stoomt daarvoor een prototype klaar. De ontwikkelingskost van dat prototype bedraagt zo'n drie miljoen euro. Omwille van die hoge kostprijs wordt de bus niet gekocht, maar geleased. Onlangs werden in het Amerikaans Oakland, in Californië, de allereerste brandstofcelbussen in gebruik genomen. Ook toen was de Belgische busbouwer Van Hool van de partij.

Toch heeft Vlaanderen geen kans of wereldprimeur gemist, benadrukt Van Brempt. Zo behoort de bus die bij Van Hool gebouwd wordt voor De Lijn al tot een nieuwe generatie brandstofcelbussen. Zo moest in het Amerikaanse project de brandstofceltechnologie nog worden ingepast in een bestaande busconstructie, terwijl in het Vlaamse project van bij het begin rekening wordt gehouden met de vereisten van de brandstofceltechnologie. Enkel de brandstofcel wordt niet door Van Hool zelf geleverd. "De bus van De Lijn wordt dus de eerste volledig geïntegreerde bus met brandstofcel ter wereld", aldus Van Brempt.