Vlaamse landbouw nu milieuvriendelijker dan in 2000

In het Landbouwrapport 2010 (LARA) is naast de economische kenmerken van landbouw ook aandacht voor de belasting die landbouw vormt voor zijn natuurlijke omgeving. Uit het LARA blijkt dat de eco-efficiëntie toeneemt door een dalend gebruik van pesticiden en nutriënten en een dalende emissie van broeikasgassen en fijn stof. Enkel de erosiegevoeligheid neemt toe.

“Landbouw is een belangrijke ruimtegebruiker in Vlaanderen”, zegt Dirk Van Gijseghem, afdelingshoofd Monitoring en Studie. “Landbouwers verbouwen het land en werken rechtstreeks met grondstoffen en in het milieu. Tegelijk belast de landbouw zijn omgeving door het gebruik van productiefactoren.” Van Gijseghem stelt tevreden vast dat de landbouw nu milieuvriendelijker produceert dan in het jaar 2000. Uit het LARA blijkt dat de eco-efficiëntie toeneemt. “De schaalvergroting van de bedrijven en de slinkende veestapel hebben de daling van de emissie versterkt”, verklaart Van Gijseghem.

Het LARA toont voor 2008 een watergebruik van 48 miljoen m³ water door de landbouw. Dat is iets meer dan in 2007, maar minder dan in 2005 en 2006. Van dat water is 40 procent diep grondwater en iets meer dan een kwart hemelwater. “De glastuinbouw gebruikt het meeste water, maar vangt anderzijds hemelwater op via de serres en stockeert het in bassins”, nuanceert het afdelingshoofd. Glastuinbouw is ook de grootste gebruiker van energie. In 2008 bedroeg het totale energiegebruik van de landbouw 26 Peta Joule (PJ). Dat is minder dan in 2007. Petroleum blijft de belangrijkste energiedrager, maar er is een duidelijke omschakeling naar aardgas en ook energie uit warmtekrachtkoppeling is in opmars.

Zoals het Voortgangsrapport van de Mestbank reeds duidelijk maakte, is de mestbalans in Vlaanderen in evenwicht. “Het dierlijke mestaanbod is lager dan de afzetruimte voor dierlijke mest in Vlaanderen”, zo luidt het LARA 2010. In 2008 werd 156 miljoen kg stikstof en 28 miljoen kg fosfor uit dierlijke mest geproduceerd. Het kunstmestgebruik is datzelfde jaar sterk achteruit gegaan door de verstrenging van de normen in 2007 via het MAP III en door de hoge meststoffenprijzen.

In 2008 bedroeg de totale emissie van de broeikasgassen methaan (CH4), lachgas (N2O) en koolzuurgas (CO2) uit de landbouw 8.385 kton CO2-equivalenten. “Dat is een daling met 18 procent tegenover 1990”, zegt Van Gijseghem. In het LARA 2010 staat te lezen dat landbouw nog verantwoordelijk is voor 11 procent van de totale broeikasgasemissie omdat 56 procent van de N2O-emissie en 76 procent van de CH4-emissie te wijten is aan landbouw. “Methaanuitstoot is vooral afkomstig van verteringsprocessen uit de veehouderij”, verklaart Van Gijseghem.

Meer info: Landbouwrapport 2010