VEVA wil met stopzettingspremie zeugenstapel verkleinen

De Vereniging voor Varkenshouders ziet op korte noch lange termijn beterschap in de varkenssector en heeft daarom een herstructureringsoplossing uitgewerkt. Een stopzettingspremie van 650 euro per zeug moet de zeugenstapel met 100.000 eenheden verkleinen. Maandagnamiddag heeft VEVA deze oplossing toegelicht op het kabinet van minister-president Kris Peeters.

De varkenssector, en zeker de zeugenhouderij, heeft het de laatste jaren en in het bijzonder vandaag de dag extreem moeilijk om het hoofd boven water te houden. Niet alleen worden er door de lage vleesvarkensprijzen steeds minder biggen opgezet, wat resulteert in een overschot aan biggen waardoor de biggenprijs steeds verder wegzakt, ook de zéér hoge kosten van zeugen- en biggenvoeders wegen zwaar door. Daarbovenop komt binnenkort de verplichting tot groepshuisvesting, wat wederom grote financiële inspanningen vraagt van de zeugenbedrijven.

Om de toekomstgerichte bedrijven financieel niet nog meer uit te hollen, heeft VEVA een voorstel tot herstructurering voor de ganse Vlaamse zeugenhouderij uitgewerkt, waarbij het nodige budget ter financiering door de sector zelf gedragen wordt. Door biggen en varkens uit de markt te nemen, hoopt VEVA bedrijven uitzicht te bieden op hogere biggen- en varkensprijzen.

Met een herstructureringsfonds van 65 miljoen euro en een stopzettingspremie van 650 euro per zeug verwacht VEVA dat 100.000 van de 500.000 zeugen uit de markt gehaald kunnen worden. “Wanneer andere Europese landen een soortgelijk voorstel uitwerken, kan de varkenshouderij uit het diepe dal kruipen”, meent secretaris-generaal Marianne Vandenberghe.