Kersenvlieg houdt lelijk huis in boomgaarden

Volgens Ramaekers heeft de opmars van de kersenvlieg, die oorspronkelijk uit Hongarije en Duitsland komt en sinds enkele jaren ook in ons land opduikt, vooral te maken met de voorbije winter, die uitzonderlijk zacht was. "Daardoor kunnen de vliegen overleven". Dat doet de kersenvlieg vlak onder de grond in een cocon. Het insect komt uit de grond bij een bodemtemperatuur van ongeveer twintig graden.

Na enkele dagen legt het wijfje haar eitjes in de schil van halfrijpe kersen. Daaruit kruipen de larven die zich te goed doen aan het vruchtvlees rond de pit. Na een viertal weken zijn de maden volgroeid en eten ze zich een weg naar buiten, waarna ze op de grond vallen. De bestrijding van de kersenvlieg kan gebeuren met behulp van gele vangplaten waardoor telers te weten komen wanneer ze bestrijdingsmiddelen moeten inzetten. Hobbytelers maken wel eens gebruik van kippen die in de grond overwinterende larven van de kersenvlieg opeten.

De consument moet volgens Ramaekers niet bang zijn. "Van het eten van aangetaste kersen word je niet ziek. Alleen zien ze er aan de binnenkant niet bepaald smakelijk uit", luidt het.