Discussie over schone slachtdieren doet stof opwaaien

Een aantal weken geleden stuurde het Voedselagentschap een omzendbrief naar de slachthuizen over "schone" slachtdieren. Sedertdien heeft de vleeskolom twee keer vergaderd. De landbouworganisaties, de veehandel en slachthuizen presenteren eerstdaags een voorstel over de wijze waarop de aanvoer van vuile dieren in het slachthuis kan ingeperkt worden. "Wij zullen nooit een opsplitsing van dieren in categorieën met bijhorende maatregelen toestaan", stelt het ABS strijdvaardig.

De aanwezigheid van zichtbaar vuil op de huid of vacht van levende dieren beïnvloedt de karkashygiëne: hoe vuiler, hoe groter de kans op nabesmettingen. Verontreinigde karkassen houden dus een verhoogd risico in voor bacteriële contaminaties bij de eindconsument. Grote boosdoener is E.coli 157-bacterie. "In ons land wordt die teruggevonden bij 1,31 procent van de uitgevoerde analyses. Dat is minder dan in andere landen, maar elk geval is er één teveel", zegt Fenavian-woordvoerder Koen Vangoidsenhoven.

De vleesverwerkende nijverheid dringt er bij de landbouworganisaties en het Voedselagentschap op aan preventieve maatregelen te promoten bij de rundveehouders. "Het gaat om kleine en haalbare ingrepen", benadrukt Vangoidsenhoven. "De sector moet zijn verantwoordelijkheid opnemen, temeer omdat gehakt vooral terechtkomt bij ouderen en kinderen. Drie jaar geleden is er overigens al een E.coli-besmetting geweest in een Limburgse school met ernstige gevolgen".

Het ABS heeft de twee recente vergaderingen ervaren als "moeizaam" en "irritant". Enkel extreem vuile dieren kunnen voor ons in beschouwing genomen worden. Die kunnen op het einde van de dag geslacht worden of kunnen op termijn geweigerd worden, maar van een afvoer naar het destructiebedrijf Rendac kan nooit sprake zijn, aldus woordvoerder Guy Depraetere. Bovendien wil het ABS dat er onderscheid gemaakt wordt tussen droge en natte mest. Verse mest is nu eenmaal onvermijdelijk, luidt het.

Het ABS wijst er ook op dat de lastenboeken van diverse labels voldoende garanties bieden inzake de ingestrooidheid van loopstallen. Volgens Fenavian moeten de besprekingen leiden tot een sensibiliserende overgangsperiode en een objectieve classificatiemethode om de gepaste maatregelen te treffen. "In Frankrijk hebben ze al bewezen dat dit mogelijk is", aldus Vangoidsenhoven.