"Beste antwoord op globalisering is professionalisme"

Mijn uitspraken hebben in bepaalde middens wat deining veroorzaakt, maar ik herhaal dat de omvang van onze land- en tuinbouwbedrijven niet de kern van de zaak is. Het enige antwoord op de globalisering en de eisen die de samenleving stelt, is professionalisme. Dat ook kleinere bedrijven zich perfect kunnen handhaven, bewijst onder meer onze gastlocatie. Dat zei kabinetschef Joris Relaes woensdag ter gelegenheid van de presentatie van het Landbouwrapport op het hoevehotel Hof ter Vrijlegem in Asse.

Landbouwminister Leterme en zijn medewerkers laten geen gelegenheid onbenut om het economisch belang van de agrarische sector te onderstrepen. Vlaanderen is de vijfde grootste exporteur wat agro-voedingsproducten betreft. Uit lijsten van de FAO blijkt dat onze regio wereldwijd de belangrijkste uitvoerder is van diepvriesgroenten, prei en peren. Voor roomijs staan we op de tweede plaats en voor aardbeien bekleedt Vlaanderen de derde stek. "Enkele jaren geleden vreesden we nog dat Spaanse aardbeien onze productie zouden wegvegen", aldus Relaes.

Bij een terugblik op het gevoerde landbouwbeleid stelde de kabinetschef met tevredenheid vast dat de melkveebedrijven massaal aan het herstructureren zijn, "geholpen door de flexibelere melkquotumregeling". Het gemiddeld quotum per bedrijf steeg vorig jaar met ruim 28.100 liter, eenzelfde stijging als die van de vorige vier melkjaren samen. Ongeveer 37 procent van de overnemers van quotum zit nu in de quotumklasse van 300.000 tot 500.000 liter. Via het quotumfonds kon meer dan 40 miljoen liter herverdeeld worden aan 850 jongeren en 4.154 andere producenten.

"Deze cijfers tonen duidelijk aan dat er in de sector een uitgesproken vraag was naar mogelijkheden voor structuuraanpassingen", luidt het. De schaalvergroting eist wel zijn tol: meer dan 10 procent van de Vlaamse melkveehouders hebben vorig jaar de melkproductie stopgezet. Relaes: "Natuurlijk juichen we niet toe dat bedrijven verdwijnen, maar ik stel wel vast dat de minst rendabele bedrijven de meeste problemen hebben met de steeds strenger wordende randvoorwaarden. In het najaar gaan we met de sector overleggen over een toekomstvisie voor de melkveehouderij".

Het aantal varkens is gedaald onder de drempel van 6 miljoen stuks, terwijl MAP3 weinig goeds voorspelt. "Het nieuwe mestdecreet staat een verdere ontwikkeling op bedrijfsniveau niet in de weg", corrigeert Relaes. "Het is verheugend dat opnieuw flink geïnvesteerd wordt in de varkenshouderij. Dat de sector meteen inspeelt op kansen die de overheid biedt, bewijst de veerkracht van deze productietak. Bij het VLIF werden tot hiertoe zo'n 460 aanvragen ingediend voor het bouwen van zo'n 600 nieuwe ammoniakemissiearme stallen".

Relaes zwaaide ook met bloemetjes naar de glastuinbouw. "Binnen tien à vijftien jaar evolueert deze sector van een belangrijke verbruiker naar een leverancier van energie". De overheid steunt de glastuinders met energiemaatregelen, VLIF-fondsen, WKK-stimulansen en praktijkonderzoek naar onder meer het concept van de 'gesloten serre'. "Wat de ruimtelijke ordening betreft, heeft een recente Stedula-studie de bal in het kamp van dat beleidsdomein gelegd, op alle beleidsniveaus".

De komende maanden staat de Gemeenschappelijke Marktordening Groenten en Fruit hoog op de Europese agenda. In Vlaanderen passeert 85 procent van de handel in groenten en fruit langs de telersverenigingen. "Ze leveren goed werk, maar de betrokkenheid van hun leden blijft een aandachtspunt", stelde Relaes. "We zijn van oordeel dat de basisprincipes van de GMO-steun behouden moeten blijven. Met vier andere landen hebben we alvast een memorandum opgesteld waarin we ons afkeren van de idee van zuiderse lidstaten om terug te keren naar een marktordening die steunt op interventies".