Groei agrarische natuurverenigingen in Nederland

In Nederland krijgen agrarische natuurverenigingen (ANV’s) een steeds grotere rol op het platteland. Agrarische natuurverenigingen zijn actief op het terrein van natuur- en landschapsbeheer en plattelandstoerisme. Het zijn in eerste instantie vooral boeren die in deze verenigingen actief zijn, maar daarnaast vaak ook burgers. Uit een enquête die het Centrum Landbouw Milieu uitvoerde blijkt dat het aantal verenigingen, leden en activiteiten fors toeneemt.

Op dit moment zijn er bijna 125 ANV’s in Nederland. Dat is een kwart meer dan in 2001 toen een soortgelijke enquête werd uitgevoerd. Het aantal landbouwers die lid zijn steeg in deze periode met bijna 90% naar 8.900 of ruim 10% van alle Nederlandse landbouwers. Ook het aantal burgers nam toe. Dat aantal bedraagt nu 2.400. Meer dan de helft van het agrarisch grondgebied in Nederland valt nu in het werkgebied van een natuurvereniging.

ANV’s werken samen met landbouworganisaties en provincies. De laatste jaren is echter ook de samenwerking met terreinbeherende instanties zoals Natuurmonumenten toegenomen. De verenigingen geven aan dat de samenwerking leidt tot meer consensus en erkenning voor elkaars werk. Daarnaast geeft men aan door samenwerking beter in staat te zijn de belangen van de streek te behartigen.

Met de groei van het aantal leden en activiteiten van de verenigingen neemt het aantal knelpunten toe. De samenwerking met de overheid geeft vaak problemen. Tussentijdse veranderingen in beleid, lage vergoedingen en trage uitbetaling van subsidies zijn de grootste frustraties.

Erkenning en waardering zijn de belangrijkste opstekers voor de verenigingen. Zowel binnen de vereniging als vanuit de ‘buitenwereld’ groeit belangstelling en enthousiasme. De ANV wordt steeds meer als volwaardige gesprekspartner gezien.

Bron: Centrum Landbouw Milieu