Biogas op je bedrijf

Biogas: hoe doe je het?
4 juli 2011  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:53
Lees meer over:

Kan een biogasinstallatie ook op jouw bedrijf uitgroeien tot een interessante neventak? Dat wordt vaak bepaald door enkele vergunningstechnische, financiële en communicatieve obstakels. We overlopen de belangrijkste hindernissen op weg naar vergunningen voor projecten van een dergelijke omvang en bekijken hoe je ze, samen met je buren, kunt overwinnen.

Het vinden van geschikte plaatsen voor de inplanting van biogasinstallaties is zeer belangrijk voor de Vlaamse regering. Die streeft ernaar om tegen eind 2010 6%, en tegen 2020 13 % elektriciteit op te wekken uit hernieuwbare energiebronnen zoals zon, wind, water en biomassa. Vergisting van biomassa, al dan niet in combinatie met mest, kan een belangrijke bijdrage leveren aan de invulling van dat potentieel. Zo staat het expliciet in een omzendbrief van 2006 waarin de regering het kader schetst voor de beoordeling van vergunningsaanvragen voor biogasinstallaties.

Schaalgrootte en prijskaartje

Lees ook:
Overcapaciteit of opportuniteit?
Zonder diep in te gaan op technische en economische aspecten, zetten we hieronder eerst een aantal kerncijfers op een rij. Volgens de vzw Biogas-e zijn er inmiddels 37 biogasinstallaties operationeel en neemt het aantal vergunningsaanvragen allesbehalve af. Vandaag worden voornamelijk vergunningen aangevraagd voor installaties die per jaar 60.000 ton verwerken. Dat is de maximumcapaciteit in agrarisch gebied en ook de schaalgrootte die economisch de beste resultaten zou opleveren. Aan een installatie van die schaal hangt doorgaans een prijskaartje van om en bij de 8 miljoen euro, ofwel 130 à 150 euro per ton. Afhankelijk van de bron en de bedrijfssituatie rekent men op een terugverdientijd van 5 tot 10 jaar.

iStock_000013833144Large.jpgIn theorie kun je een milieuvergunning op 1 jaar tijd bekomen, de praktijk leert dat je het best op 2 jaar rekent. Nochtans legt de omzendbrief een vrij duidelijk kader op. De grens tussen industriële installaties en wat in agrarisch gebied mag, is vastgelegd op 60.000 ton per jaar. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen installaties van een (zeer) beperkte schaal die gebonden zijn aan één enkel bedrijf, en installaties van een beperkte schaal die niet-gebonden zijn aan één enkel bedrijf. Beide zijn principieel toegelaten in agrarisch gebied, al moet je wel aan een aantal randvoorwaarden voldoen. Voor de eerste categorie moet bijvoorbeeld meer dan de helft van de input afkomstig zijn van het eigen bedrijf. Voor de tweede categorie gelden een aantal extra bepalingen en een verbod in onder meer agrarisch gebied met ecologische waarde en beschermde landschappen.

Randvoorwaarden

Een van de belangrijke algemene randvoorwaarden uit de omzendbrief is de globale mobiliteitsbenadering. Kort samengevat: vanwaar komen de goederen, langs welk type wegen worden ze aangevoerd en in welke mate kan dat voor overlast zorgen? De omzendbrief bevat ook een toetsingskader inzake ruimtelijke ordening. Zo moeten de gebouwen gebundeld worden, moet de landschappelijke inkleding en het materiaalgebruik aangepast zijn aan de omgeving, etcetera. Een derde randvoorwaarde is dat minimum 60 % van de inputstromen rechtstreeks uit de land- en tuinbouw afkomstig moet zijn, zoals mest, energiegewassen of oogstresten van het eigen landbouwbedrijf. In de provincie West-Vlaanderen eist men bovendien dat de helft van de landbouwgrondstoffen uit mest bestaat.

100-0010_IMG.JPGLos van de omzendbrief moeten uiteraard ook de gangbare veiligheids- en milieuvoorwaarden uit de Vlarem-regelgeving vervuld zijn. Bijna alle biogasinstallaties vallen onder de zogenaamde klasse 1-milieuvergunningen, de categorie die voor 20 jaar geldig is en waarover de bestendige deputatie van de betrokken provincie beslist. Die baseert zich voor haar uitspraak op de adviezen van verschillende overheidsdiensten waaronder het lokale niveau, de Openbare Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), het Departement Landbouw en Visserij, het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, het Agentschap Ruimte en Erfgoed, de Vlaamse Milieumaatschappij en de afdeling Toezicht Volksgezondheid. In veel gevallen wordt tegen dit besluit echter beroep aangetekend. In dat geval buigt de minister van Leefmilieu Joke Schauvliege zich over de aanvraag om, na de quasi onontkoombare vertraging, een uitspraak te doen over de zaak.

Weg met vooroordelen!

Lees ook:
Nieuwe generatie, nieuwe mogelijkheden
Om de vergunningsprocedure zo vlot mogelijk te laten verlopen, nemen de meeste biogasboeren een adviesbureau onder de arm voor hun dossier. Daarnaast kun je een beroep doen op de ervaring van organisaties als Biogas-e en het Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCM) om van bij de start een constructieve dialoog met je buren op te starten. De ervaring leert dat je het best van bij de start alle mogelijke misverstanden wegwerkt. Vooral op het vlak van veiligheid en geurhinder bestaan er nog veel vooroordelen bij de publieke opinie, die je kunt bijsturen door technische uitleg over de installatie te verspreiden. En waarom niet, door samen met je buren een andere biogasinstallatie te bezoeken, zoals meer en meer collega’s doen.

Vooral op het vlak van veiligheid en geurhinder bestaan er nog veel vooroordelen.

Lees ook:
"Spontaan applaus als keerpunt"
In de brochure ‘Communiceren rond mestverwerking en vergisting’ raden het VCM en Biogas-e aan om tijdens elke fase minstens één communicatieactie te ondernemen. Tussen idee en realisatie onderscheiden ze een zevental stadia: de verkenningsfase, het haalbaarheidsonderzoek, de planning en voorbereiding, de vergunningsaanvraag, de bouwfase, de opstartfase en de exploitatie. Ook het gemeente- of stadsbestuur helpt je doorgaans graag om een buurtvergadering of infoavond te organiseren. Probeer in ieder geval om zo open mogelijk in debat te gaan: laat iedereen uitpraten, luister naar de gevoeligheden en probeer je project met inhoudelijke argumenten te verdedigen. Neem de tijd om complexe zaken, zoals de veiligheidsmaatregelen of het systeem van onderdruk dat geurhinder voorkomt, verschillende keren uit te leggen.

Transport en uitzicht

Hou er rekening mee dat je niet iedereen zal kunnen overtuigen. Niet alle locaties zijn geschikt om 20 à 25 vrachtwagens per dag te ontvangen, zoals meestal nodig is voor een installatie van +- 60.000 ton op jaarbasis. Tegen bezwaren op het vlak van transport helpt het om een duidelijk plan voor de aanvoerroutes uit te tekenen en eventueel te benadrukken dat er geen transporten zijn op zon- en feestdagen of tijdens het schoolverkeer. Een computersimulatie van de gebouwen in de landschappelijke omgeving is dan weer een handig middel tegen visuele bezwaren. Op die manier zien de buren meteen hoe de site er, eventueel mits de nodige aanplantingen, zal uitzien. Ook kan het geen kwaad om voldoende te benadrukken dat er geen ontploffingsgevaar is: er gebeurt enkel beperkte gasopslag onder relatief lage druk, waarna het methaangas meteen verbrand wordt.

Meer weten?

www.vcm-mestverwerking.be (> publicaties > ‘Communiceren rond mestverwerking en vergisting’ of > inplanting > agrarisch gebied > omzendbrief RO/2006/01)
www.biogas-e.be (> publicaties > ‘Communiceren rond mestverwerking en vergisting’)

Gerelateerde artikels

8 maart 2013
6 maart 2013
1 februari 2013
1 februari 2013
1 februari 2013
29 december 2011
duiding

Klimaat

29 december 2011
11 juli 2011
11 juli 2011
5 juli 2011
26 april 2011
19 april 2011
19 januari 2010

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek