Zuid-Koreaanse overheid bestudeert aanpak Dairy Board

Een delegatie van het Zuid-Koreaanse landbouwministerie heeft deze week een bezoek gebracht aan de Nederlandse tegenhanger van de Belgian Dairy Board. In Zuid-Korea heeft de overheid tot hiertoe een sterke invloed op de melkprijs, maar die blijkt niet aantrekkelijk genoeg meer om jonge melkveehouders te stimuleren tot bedrijfsovernames. Een mogelijke uitweg is dat de Zuid-Koreaanse melkveehouders meer marktmacht verwerven.

Net zoals de Dairy Board in ons land ijvert de - nog steeds definitief op te richten - Dutch Dairy Board voor een melkprijs van 40 eurocent. Met de steun van 30 à 50 procent van de Nederlandse melkveehouders wil het die prijs afdwingen in onderhandelingen met de grootdistributie en zuivelfabrieken. In Zuid-Korea schommelt de melkprijs rond 45 eurocent, met een productiekost van ongeveer 35 eurocent. Die marge zou onvoldoende zijn om jonge melkveehouders in het vak te laten stappen.

De Koreaanse melkveehouderij is overigens een jonge sector. De voorbije 20 jaar zijn steeds meer rijstboeren omgeschakeld naar melkvee. Er zijn intussen zo'n 10.000 melkveebedrijven, voornamelijk familiebedrijven met gemiddeld 50 melkkoeien en nauwelijks één hectare grond. Weides bestaan immers niet in Korea, waardoor al het ruwvoeder moet ingevoerd worden.

De melk gaat voor 90 procent naar particulieren zuivelfabrieken, coöperaties bestaan nauwelijks. Tot hiertoe komt de melkprijs tot stand in overleg tussen fabrieken, landbouworganisaties en ook de overheid heeft dus nogal wat in de pap te brokken. Ook op het vlak van de consumptie. Er is een wet in de maak die elke Koreaan verplicht om één keer per week melk te drinken. Nu al worden de 600.000 militairen verplicht om elke dag twee glazen melk te drinken en ook schoolkinderen krijgen dagelijks twee glazen aangeboden.