28 procent minder Nederlandse boerderijen sinds 1995

In de akkerbouw telt Nederland de minste stoppers. Tijdens het afgelopen decennium gaf slechts 18 pro­cent van de akkerbouwbedrijven er de brui aan. In 2005 bleven er nog 12.358 over. In de grootste sector, de melk­veehouderij, stopte een kwart van de bedrijven de voorbije tien jaar. Nu zijn er nog 41.098 melkveebedrijven. Van de 10.414 intensieve vee­houderijbedrijven in 1995 is 42 procent gestopt. Ook de tuinbouw kent met een daling van 36 procent van het aantal bedrijven veel stoppers.

In Limburg, Gelderland en Zuid-Holland daalde het aantal agrarische bedrijven het snelst. In de afgelopen tien jaar nam het aantal in deze provincies af met ongeveer een derde. ”In Zuid-Holland is de druk op de bedrijven vanuit de steden erg groot. Dat verklaart het hoge percentage stoppers. Gelderland staat bekend om het grote aantal kleine bedrij­ven, waarvan veel bedrijven blijken te stoppen", aldus het CBS.

Nederland telde in 1995 nog 113.202 land- en tuinbouwbedrijven. Vijf jaar later was dat aantal herleid tot 97.483, een daling met bijna 14 procent. Nog eens vijf jaar later bleven nog 81.830 bedrijven over, een daling met 16 procent tegenover het jaar 2000.

Meer informatie: CBS-statistieken