Gemeente Oudsbergen geeft jonge landbouwers duwtje in de rug

Steun voor jonge landbouwers

Oudsbergse boeren kunnen landbouwgrond huren van het gemeentebestuur, voor een periode van minimum drie en maximaal acht jaar. Daarmee wil de gemeente jonge landbouwers steunen. “We zijn een fiere landbouwgemeente met het sterkste socio-economisch weefsel van Limburg. Er zijn maar liefst 104 actieve landbouwers in Oudsbergen. Die verdienen onze steun omdat ze zich dagelijks inzetten voor ons duurzaam voedsel”, zegt schepen van Landbouw An Knoops (cd&v). “Daarom bedachten we samen met onze jonge landbouwers en de landbouwraad een manier om onze boeren te helpen.”

De gemeente Oudsbergen bezit momenteel meer dan 19 hectare landbouwgronden die vrij zijn van pacht. “Telkens wanneer een perceel pachtvrij komt, gaan we samen met de landbouwers en de landbouwraad bekijken wat we met die grond gaan doen. Omdat we deze strategische gronden niet willen verkopen en er voorlopig geen concrete invulling voor hebben, stellen we ze beschikbaar voor een periode van minimaal drie tot maximum acht jaar aan jonge landbouwers uit Oudsbergen”, zegt de schepen van Landbouw.

“We willen graag specifiek onze jonge landbouwers ondersteunen, gezien de vele uitdagingen waarmee ze te maken krijgen”, vertelt Knoops. De gemeente stelt wel enkele voorwaarden. Zo zullen alleen landbouwers in hoofdberoep, met de hoofdzetel gelegen in Oudsbergen, in aanmerking komen. Bovendien kunnen uitsluitend landbouwers met de maximumleeftijd van 45 jaar intekenen in het project. De huurprijs van de gronden bedraagt 200 euro per maand voor twee en een halve hectare. Kandidaten kunnen zich aanmelden tot en met één december.

De gemeente verpacht momenteel al 224 hectare landbouwgrond aan 37 verschillende landbouwers. “Oudsbergen is een grote en landelijke gemeente en beschikt over veel landbouwgronden. Ons landbouwareaal is historisch gegroeid en we zetten bovendien in op het behoud ervan”, vertelt de schepen van Landbouw. Ook andere gemeenten die pachtvrije landbouwgronden ter beschikking hebben kunnen volgens Knoops dezelfde denkoefening doen om “jonge landbouwers niet uit het oog te verliezen.”

“Lokale besturen kunnen met jonge landbouwers uit de gemeente rond de tafel gaan zitten om te kijken of er een draagvlak is voor dergelijke projecten. Als gemeente kan je zo’n draagvlak bij landbouwers creëren en de landbouwgemeenschap op die manier ondersteunen”, besluit Knoops.