Slachthuis Druwel wil dierlijk afval zelf verwerken

De plannen van slachthuis Druwel in Zele om slachtafval te verbranden, veroorzaken onrust in de buurt. De omwonenden waren dinsdagavond tijdens een informatievergadering zeer kritisch voor de mogelijke geurhinder van de installatie. Ze vrezen ook voor schadelijke dioxine-uitstoot. Burgemeester en schepenen verbonden strenge voorwaarden aan het gunstig advies dat verleend wordt aan de bestendige deputatie.

Slachthuis Druwel is het beu om voor de verwerking van zijn slachtafval afhankelijk te zijn van Rendac in Denderleeuw, die zowat een monopolie heeft. Daarom wordt een dochteronderneming - Eco Clavis - opgericht, waarvan de installaties twee ton dierlijk afval per uur kunnen verwerken. En dat zeven dagen per week 24 uur per dag. Er werd een splinternieuwe installatie voor aangekocht. De milieuvergunning die daarvoor nodig is, ligt nu ter discussie.

Vooral de geurhinder baart de mensen zorgen. Bij Druwel en Eco Clavis geeft men toe dat die er is, maar ze wijzen wel met de vinger naar Rendac. "De hygiëne van die vrachtwagens laat soms meer dan te wensen over". Opmerking uit het publiek: "Er zal worden verbrand aan een temperatuur van 850 graden. Dit is te laag en betekent dat er dioxines kunnen vrijkomen". Gedelegeerd bestuurder Bruno De Spriet van Eco Clavis en zijn collega Johan Casteleyen van slachthuis Druwel hadden niet meteen een antwoord klaar.

De burgemeester besloot na de infovergadering de aanvraag voor een milieuvergunning klasse 1 van Eco Clavis gunstig te adviseren. Daar zitten wel voorwaarden aan vast. Zo moet het afvalverwerkend bedrijf altijd gekoppeld blijven aan het slachthuis en de aanvoer van slachtafval moet met gekoelde wagens gebeuren. Om een capaciteit van 2 ton per uur te halen, moet veel slachtafval immers van elders worden aangevoerd. De vrachtwagens moeten binnen worden gelost. Dit moet ook binnen de normale bedrijfsuren van 6u tot 19u plaatsvinden.