Minder papierwerk voor 4.500 beenhouwers

De afschaffing van het controleboek is een nieuwe stap in het terugdringen van de administratieve verplichtingen voor de 3.600 zelfstandige beenhouwers en 900 vestigingen van beenhouwerijketens in ons land. Begin 2006 werden al de verplichte publieke prijslijst en het controleregister voor groothandelaars naar de prullenmand verwezen. Voordien moest elke beenhouwer een publieke prijslijst uithangen waarop alle vleeswaren en prijzen werden geafficheerd.

Sinds 1 januari 2007 behoort ook het controleboek tot het verleden. Die verplichting dateert uit 1936 en werd uitgevoerd via het 'Koninklijk besluit op de controle van de prijzen van het vleesch van slachtvee en varkens'. Elke week moest de beenhouwer zijn aangekochte vleeswaren inschrijven om zo een prijscontrole mogelijk te maken. De procedure kostte de beenhouwers al gauw 2 à 3 uur per week, maar was eigenlijk achterhaald omdat de vleesprijs intussen vrij is.

Daarom werd de procedure afgeschaft. "De beenhouwer hoeft dit boek niet langer aan te kopen, in te vullen, noch bij te houden", aldus Van Quickenborne. Het controleboek werd ook gebruikt om de herkomst van het vlees te kunnen traceren in het kader van de voedselveiligheid. Beenhouwers kunnen de regels van het agentschap voortaan respecteren door het chronologisch bijhouden van de papieren leveringsbonnen of door het elektronisch bijhouden van de essentiële informatie.

"Dit is allemaal informatie waar elke beenhouwer - die zijn zaak als een goede huisvader beheert - reeds over beschikt", meent de VLD-minister. Volgens Van Quickenborne geeft de afschaffing van het controleboek de kans aan beenhouwers om zich opnieuw meer met zijn zaken bezig te zijn. "Een slager is immers geen papierhandelaar", besluit Van Quickenborne.