Joodse tuinders verkopen serres in Gazastrook

De meeste tuinders gaan in op het aanbod van de Amerikaanse hulporganisatie USaid. Zij krijgen 4.000 dollar per duizend vierkante meter kas, inclusief infrastructuur. USaid draagt de installaties vervolgens over aan Palestijnen, als de kolonisten volgens plan op 15 augustus de nederzettingen hebben verlaten.

Zeven procent van alle tuinders die gedwongen het gebied moeten verlaten, ontmantelt zijn kassen en bouwt die elders in Israël weer op. Tuinders in de dorpen Atzmona en Kfar weigeren in te gaan op het aanbod hun kassen te kopen. Elders bouwen sommige tuinders die hun kassen aan het afbouwen waren die nu weer op om te kunnen deelnemen aan de overdrachtsregeling.

De overdracht is zeer omstreden, omdat de kolonisten het gebied eigenlijk niet willen verlaten en omdat zij niet hun levenswerk in handen van de Palestijnen willen zien. De hoogste ambtenaar van het Israëlisch landbouwministerie, Yossi Yishai, is ook tegen het plan gekant. Hij vreest voor oneerlijke concurrentie. ”De productiekosten in de gespecialiseerde tuinbouwregio van Gush Katif liggen immeres veel lager en de concurrentie zal dus groot zijn", luidt het.