Handelsverstorende landbouwsteun in dalende lijn

De Europese Unie gaf zijn boeren 107,6 miljard euro steun, wat 32 procent van hun inkomen vertegenwoordigt. Eind jaren tachtig waren de Europese landbouwsubsidies nog goed voor 41 procent van het inkomen van de landbouwers. De VS betaalden hun boeren in 2005 16 procent van hun inkomen, tegenover 22 procent eind jaren tachtig. Zuid-Korea, Noorwegen en Zwitserland betalen hun boeren bijna twee derde van hun inkomen.

In 2005 was 59 procent van de steun bestemd voor prijsondersteuning - zijnde exportsubsidies, productiesteun en invoertarieven. Dit is de meest handelsverstorende soort subsidie. Het is vooral dit soort steun dat onder vuur ligt binnen de WTO. Op het einde van de Uruguay-ronde bedroeg dit percentage nog 83 procent. Er is dus beterschap, zowel in de omvang van de subsidies als in de soort. De Oeso-experten zijn er immers absoluut van overtuigd dat landbouwsubsidies negatief zijn voor de economie in nagenoeg alle landen van de wereld.

Meer informatie: Agricultural Policy and Trade Reform: Potential Effects At Global, National and Households Levels