"Boeren waren als de dood voor hopduvel"

De hopteelt gaf de streek tussen Asse en Aalst een heel eigen uitzicht. De hop groeide langs hoge ranken op staken. "Zelfs in het begin van de jaren '80 kon je in ons dorp geen straat vinden zonder hopveld", zegt Rudy Breckx. "Ik groeide op in de Heilsborre in Asbeek. Het hele dorp lag bezaaid met imposante hopvelden. Ik heb er als jonge gast zelfs een spreekbeurt over gemaakt".

Het oogsten van de hop gebeurde ieder jaar in september. "Heel wat mensen uit de buurt gingen de boeren helpen bij het plukken van de hopbellen", zegt Rudy. "De hopboeren waren vooral bevreesd voor de late zomerstormen in augustus. Zo'n stormwind werd door hen de hopduvel genoemd. Zo'n storm kon probleemloos de hopstaken tegen de grond blazen. Dat gebeurt nu soms nog op moderne hopvelden. Omdat de oogst het grootste deel van hun inkomen betekende, waren de boeren daar terecht zeer bang voor".

In 1956 stak de hopduvel voor het eerst de kop op in een cultureel evenement. "In dat jaar werden de eerste hop- en bierfeesten in het dorp georganiseerd. Een reusachtige hopduvel in stro werd op een bierwagen gezet en in een stoet meegedragen. Het evenement had ook toen al plaats in september, toen de oogst veilig binnen was en geen enkele storm nog vernielingen kon veroorzaken".

De symboliek en de mystiek van de hopduvel heeft vooral sinds 1986 vorm gekregen. "De hopduvel is in Asse een levende legende geworden", gaat Rudy verder. "De oudere generatie heeft de hopteelt nog van dichtbij meegemaakt en de jongeren hebben dankzij de traditionele hopduvelfeesten ook al heel wat opgestoken van dit mooie stukje geschiedenis. In de basisscholen wordt de geschiedenis van de hop in onze regio zelfs in het leerpakket opgenomen".

De hopduvel is nog populair, maar de hopboeren zijn in Asse allemaal verdwenen. "De laatste hoptelers zijn er in de jaren '90 mee gestopt", luidt het. "Er is nog een hopboer aan de slag in Sint-Martens-Bodegem en eentje in Erembodegem. Maar daar houdt het op. Het kweken van hopscheuten, op lagere ranken, is nochtans een winstgevende bezigheid. Veel jonge boeren zien echter op tegen de zware investering. Bovendien gaat het om zeer zwaar en intensief werk. Samen met het gemeentebestuur willen we daarom zelf een hopveld aanleggen".(KS)