Belgische slachthuizen 'vol onbegrip' over houding Commissie

De opheffing is wel degelijk mogelijk omdat de Belgische overheid voldoende testcapaciteit heeft om de dieren te testen die in de Belgische slachthuizen worden geslacht.

"Totaal onverantwoord", zo noemt het Nationaal Verbond van Slachthuizen en Vleesuitsnijderijen het feit dat "vlees, waarvan niet bewezen is dat het schadelijk is voor de volksgezondheid omdat het niet getest is geweest, wordt vernietigd". "Voor de runderslachthuizen is deze maatregel concurrentievervalsend" aldus een dinsdag verspreide mededeling.

"De prijzen voor de afslachtregeling tengevolge van de vernietiging liggen veel hoger dan de marktprijzen. Door de BSE-maatregelen en de meerkost voor de vernietiging van slachtafval, kiezen de boeren immers massaal om hun dieren te laten vernietigen.

Daardoor valt de aanvoer in de slachthuizen dan ook dramatisch terug. De uitvoer van vlees naar het buitenland komt hierdoor in moeilijkheden. Een aantal runderslachthuizen staat dan ook op de rand van het faillissement".

Het verbond wijst er tenslotte op dat de slachthuizen nog steeds wachten op een degelijke uitwerking van de financiering van de verwerking van het slachtafval. Het is "niet logisch dat de overheid financiële steun geeft voor het vernietigen van gezonde runderen, terwijl er geen regeling komt voor het slachtafval".