Vogelgriep zorgt voor mensenleed in Roemenië

Op korte tijd doken er vier haarden van de dodelijke variant van de vogelgriep op in het zuidoosten van Roemenië. De Donaudelta is een geliefde verzamelplaats voor trekvogels. Voor de inwoners daarvan is de vogelgriep een grote nachtmerrie. De mensen leven er van de visvangst, pluimvee en wat ze zelf kweken aan groenten. Al minstens vier dorpen werden een tijdlang volledig afgesloten van de buitenwereld omdat er dode vogels met het H5N1-virus werden gevonden.

Het kleine dorp Maliux met driehonderd inwoners biedt een desolaat zicht. Enkele grauwe woonblokken, een verlaten hotel en modderpaden tussen houten koterijen. Er is geen levende ziel te bespeuren. Uit de schoorsteen van een wit gebouwtje komt witbruine rook. In de kleine bar zitten inwoners zich te warmen aan een centrale stenen kachel. Jean Luchian is werkloos. Hij neemt ons op sleeptouw naar zijn hok.

Hier zaten zijn kippen. "Ik had er veertig", vertelt hij. "Die zijn nu allemaal afgeslacht. Ik kreeg van de overheid een schadevergoeding van 150 Lei per kip".' Dat is ongeveer vier euro. Voor de veertig kippen krijgt hij dus 160 euro, een klein Roemeens maandloon. Niet voldoende, want de kippen waren er louter om te overleven en onvoldoende om veertig nieuwe dieren te kopen.

"En wie weet wanneer het verbod om pluimvee te houden opgeschort wordt", zucht Jean. Hij heeft geen idee hoe hij de winter moet doorkomen. Honderden bewoners zitten in hetzelfde schuitje. Dat worden er duizenden als de vogelgriep zich verder verspreidt over de Donaudelta.