Peeters keurt besluiten goed in uitvoering van MAP

Een eerste besluit legt nu de modaliteiten vast voor het verplaatsen en samenvoegen van veeteeltinrichtingen. Op vraag van de landbouwsector werd binnen de decretale mogelijkheden een maximale flexibiliteit nagestreefd. Zo is het mogelijk om de vergunde productie van een inrichting, die wordt stopgezet, te verplaatsen per stal. In al deze gevallen moet de veehouder bewijzen dat hij jaarlijks zijn dieren heeft aangegeven en dat hij de voorbije drie jaar de mest correct heeft afgezet.

Een tweede besluit bepaalt op welke manier een nutriëntenhalte kan worden overgenomen van een bedrijf dat ermee kapt. Het derde besluit tenslotte regelt het gebruik van de effluenten van mestverwerking met een laag gehalte aan ammoniakale stikstof. Bewerkte dierlijke mest en andere meststoffen met een lage inhoud aan stikstof mogen buiten de kwetsbare gebieden steeds uitgereden worden. Dit besluit regelt de voorwaarden hiervoor.

Op die manier wordt volgens Peeters tegemoetgekomen aan een aantal praktische verzuchtingen bij het gebruik van deze meststoffen, doch met een maximale bescherming van het grond- en oppervlaktewater. De minister laat tot slot ook nog weten dat voor fosfaatverzadigde gronden met een zeer beperkte bindingscapaciteit voor fosfaat een regeling wordt uitgewerkt om de hoeveelheid bemesting met fosfaat beter af te stemmen op de behoeften van het gewas.