"Landbouw kan hoofd bieden aan klimaatverandering"
nieuwsProfessor van Ypersele (UCL) en zijn collega Philippe Marbaix maakten de eerste studie die de impact van de klimaatverandering voor ons land nagaat. De klimaatprojecties variëren naargelang de CO2-evolutie. De opwarming zou zich vanaf 2050 ernstig doen voelen. Tegen het einde van de eeuw zou een zomer gemiddeld 2,4 tot 6,6°C warmer zijn en tot de helft droger. De winters zouden 1,7 tot 4,9°C warmer zijn en 6 tot 23 procent natter.
De opwarming heeft zijn effect op de biodiversiteit, vandaag al. Fauna en flora uit warmere regionen klimmen op naar het noorden. Bijvoorbeeld mossen en algen rukken op. Voor de landbouw zijn de gevolgen tweeslachtig. Sommige gewassen zouden, zeker in de eerste fase, profiteren van het verhoogde CO2-gehalte. Maar de temperatuurstijging zou anderzijds het rendement doen dalen. De mate waarin beide effecten elkaar opheffen, is verschillend per gewas. Algemeen beschouwd blijft de impact bij een temperatuurstijding van 3°C beperkt, waardoor de landbouw makkelijk het hoofd moet kunnen bieden aan een klimaatverandering, zo vermeldt de studie.
De professor bezweert de overheid om ervoor te zorgen dat de temperatuur niet meer dan anderhalve graad stijgt tegenover 1990. Daarvoor moeten de CO2-emissies tot een vierde of een derde teruggebracht worden tegen 2100, en nog lager worden nadien. "Laten we Kyoto uitvoeren en nog verder gaan. We moeten wel, we hebben geen reserveplaneet", besluit van Ypersele.
De studie gebeurde in opdracht van, maar onafhankelijk van Greenpeace. Van Ypersele is trouwens een gerenommeerd klimaatdeskundige die deel uitmaakt van het IPCC, een commissie van de VN.
Meer informatie: Studie 'Impact van de klimaatverandering in België'
Lees ook: geVILT: Krijgen boeren het te warm onder de voeten?
