4 vleesbedrijven op 10 niet in orde met autocontrole

Als antwoord op de crisissen in de vleessector werd vanaf de jaren '90 geopteerd voor een systeem van autocontrole en traceerbaarheid. In vleesverwerkende bedrijven zoals slachthuizen, uitsnijderijen en vleesbedrijven is de autocontrole reeds verplicht sinds 1996. Voor deze bedrijven is sinds 1996 eveneens vereist een in- en uitgaand register bij te houden. Dit wordt dan ook in alle bedrijven strikt opgevolgd, aldus Demotte.

Producenten van rundvlees kregen als gevolg van de BSE-crisis extra maatregelen opgelegd in verband met traceerbaarheid. Het Voedselagentschap ziet hier op toe via de controle op de identificatie van runderen, administratieve controles in de vleesverwerkende bedrijven en het uitvoeren van DNA-testen. Sinds 1 januari 2005 moeten alle spelers in de voedselketen voldoen aan de Europese Food Law. Autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid zijn daarbij de kernbegrippen.

Het Voedselagentschap verricht jaarlijks twee volledige audits per bedrijf waarbij onder meer de aspecten autocontrole, in- en uitgaande registraties, infrastructuur, uitrusting, hygiëne en werkwijze worden geëvalueerd. Bij een slechte evaluatie wordt een aanpak opgesteld om de vastgestelde tekortkomingen binnen een vastgesteld tijdsbestek te verhelpen. Vanaf 2007 zullen bedrijven die goed scoren minder inspecties krijgen dan de anderen. Bedrijven die het goed doen, kunnen tot vier keer minder controles krijgen dan risicobedrijven, aldus Demotte.