Vlassector is natte augustusmaand nog niet vergeten

In juli vorig jaar was er nog geen vuiltje aan de lucht na een uitstekende vlasoogst. De problemen begonnen pas nadat het vlas was getrokken en gespreid lag op de akkers. Door de vele stortbuien in augustus begon het vlas niet alleen te roten - een proces waarbij de vezels loskomen van elkaar omdat de kleverige bast verdwijnt - maar ook te rotten. Een ramp voor de vlassers, maar ook voor vlasbedrijven, waar het vlas verwerkt wordt tot vezels.

"Een groot deel van het strovlas is beschadigd, waardoor de vezels aan kwaliteit inboeten", legt Albert Daenekindt uit. "Een zware financiële aderlating, al vrees ik niet meteen voor faillissementen". Het Algemeen Belgisch Vlasverbond (ABV) bundelde de voorbije maanden alle schadedossiers. "In ons land is 4.939 hectare vlasakker op een totaal van 16.000 hectare aangetast. In West-Vlaanderen spreken we over 537 hectare".

De cijfers zullen geanalyseerd worden door het federaal ministerie van Landbouw. Indien er een erkenning als landbouwramp komt, valt het nog af te wachten welke steden en gemeenten daaronder vallen. Die gegevens zullen in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd worden. Pas dan kunnen schadelijders stappen ondernemen om een vergoeding te krijgen van het Rampenfonds. "Ik verwacht nog dit voorjaar een doorbraak", aldus Albert Daenekindt.