Vlaamse onderzoeker kloont muizen uit huidstamcellen

De huid van muizen bevat bijzondere stamcellen waaruit nieuwe muizen gekloond kunnen worden, heeft de Vlaamse onderzoeker Peter Mombaerts bewezen, samen met collega's van de Rockefeller-universiteit in New York. Ze maakten negentien kloonmuizen, waarvan er negen volwassen werden. De oudste is al bijna twee jaar, een bejaarde leeftijd voor een muis. Tijdens het onderzoek ontdekte Mombaerts bovendien dat mannelijke muizen makkelijker te klonen zijn dan vrouwtjes.

Bij het klonen werd het erfelijke materiaal uit een zorgvuldig geselecteerde huidstamcel overgeplant in een leeggemaakte eicel. Het geheel groeide uit tot een embryo - en na inplanting in de baarmoeder - tot een echte muis. Als ooit met menselijke huidstamcellen vlotjes kloonembryo's te maken zijn, kunnen uit dergelijke embryo's reparatiecellen gekweekt worden die eigen zijn aan de patiënt. Eerder zijn koeien en varkens uit gewone huidcellen gekloond en kloonmuizen zijn al gemaakt uit staartcellen, spiercellen, bloedcellen en onrijpe voortplantingscellen. Maar honderden pogingen leverden meestal maar enkele kloondieren op.

Het recente onderzoek toont aan dat klonen mogelijk is met een beloftevolle en hele specifieke soort cellen uit de huid: stamcellen die te vinden zijn in de zakjes waaruit haartjes groeien. Met die delingskrachtige stamcellen hopen de onderzoekers de kloonefficiëntie te verbeteren. Dat is gelukt in bepaalde gevallen, meldt het team rond Peter Mombaerts in het vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences. De slaagkans van het klonen lag aanzienlijk hoger als de huidcel van een mannelijke muis genomen werd. Met vrouwelijke huidcellen bleven de succescijfers laag.

De wetenschappers vermoeden dat dit geslachtsverschil te verklaren is doordat tijdens het kloonproces de twee vrouwelijke chromosomen in de vrouwelijke cel sterkere veranderingen moeten ondergaan dan het vrouwelijke en mannelijke chromosoom in een mannelijke cel. "Uit de literatuur bleek al dat de slaagkans met mannelijke cellen groter was, maar het was nog nooit systematisch onderzocht", aldus Mombaerts.