Snellere methoden om dioxine op te sporen

Op het symposium werd duidelijk dat de zogeheten biotoets en twee instrumentele technieken goede alternatieven zijn voor de traditionele methode om dioxine op te sporen. Via gaschromatografie gekoppeld aan hoge resolutie-massaspectrometrie kan een laborant in acht dagen zo’n 10 tot 12 monsters controleren op dioxine. Met de nieuw ontwikkelde biotoets kunnen in een dag 75 monsters worden gecontroleerd. Deze test wordt gedaan met behulp van dierlijke celkweek. Er wordt gebruik gemaakt van het principe dat dioxines zich binden aan een receptor in dierlijke cellen. Veel winst is ook gemaakt met de introductie van een snelle extractiemethode.

De wetenschappelijk onderzoekers erkennen wel dat de ontwikkelde biotoets, die ook veel goedkoper is dan de traditionele methode, gevoelig is voor verstoringen van andere stoffen uit het monster. Deze kunnen het meetsignaal zowel onderdrukken als versterken. Tijdens de validatiestudie is in een klein aantal gevallen vastgesteld dat de resultaten afwijken van die van de referentiemethode. Verder onderzoek naar de invloed van andere stoffen op het meetsignaal is daarom nodig om de betrouwbaarheid nog te vergroten.