Slagersopleiding worstelt met imagoprobleem

Scholen die een slagersopleiding aanbieden, kampen met een gebrek aan leerlingen. In het KTA in Aalst kan je zowel in het TSO als in het BSO een opleiding tot slager violgen. In elke klas volgen maar een paar leerlingen les. In sommige jaren zit zelfs geen enkele leerling. "Nochtans is er volop vraag naar slagers op de arbeidsmarkt en een slager verdient goed zijn boterham, een dikke boterham zelfs", zegt directeur Fons Colman.

"De bakkersopleiding trekt iets meer leerlingen aan", zegt voedingscoördinator Toon Colette die de leiding heeft over zowel de bakkerij- als slagerijafdeling van de school. "Dat ziet er allemaal verfijnder en netter uit. De slagerij roept het beeld op van vlees, vet en bloed en dat vindt niet iedereen zo aantrekkelijk. Volgens directeur Colman is het beroep van slager nochtans ideaal. "Een bakker moet vroeg uit de veren, maar een slager heeft meer vrijheid om zich te organiseren".

"De slagers die hier afstuderen, kunnen kiezen uit verschillende jobs", zegt Colette. "Vaak kunnen ze meteen aan de slag bij de beenhouwerijen van Renmans, Colruyt, Delhaize en Carrefour. Dat is ideaal, ze kunnen er stelen met hun ogen, weet je wel". Op termijn beginnen sommigen ook met een eigen zaak. "Ik vind het een ideaal beroep voor een echtpaar", zegt directeur Colman. "Het is een job met veel afwisseling, gunstige werkuren en een zeer deftig loon".

"De meeste slagers moeten geen hele dagen met halve koebeesten sleuren, hoor. Ze zijn ook onderlegd in het maken van allerlei bereidingen en traiteurdiensten. Dat het vak minder aantrekkelijk is, heeft vooral te maken met de opeenvolgende voedselcrisissen. Daar hebben jongeren een heilige schrik van", besluit de directeur.