Scheepvaartontsluiting Gentse haven op agenda

Het worden beslissende maanden in het dossier rond de scheepvaartontsluiting van de Gentse haven. Zo moet er tegen 1 juli 2006 meer duidelijkheid zijn over de noodzaak van een tweede grote sluis voor het kanaal Gent-Terneuzen en over de diepte van de tunnel bij Sluiskil. Vlaams minister van Openbare Werken Kris Peeters (CD&V) voorziet maatregelen en draagt alvast Vlaams parlmentslid en minister van Staat Miet Smet (CD&V) voor als Vlaams co-voorzitter in het Overleg van Belanghebbenden.

In het Vlaamse regeerakkoord belooft de Vlaamse regering inspanningen te doen om de maritieme toegankelijkheid van de Gentse haven te verbeteren alsook rond de bouw van een grote zeesluis. Die tweede zeesluis is van levensgroot belang voor de toekomst voor de Gentse haven. De bestaande Westsluis is 36 jaar oud en draait nu al op quasi maximale capaciteit. Een nieuwe, liefst grotere zeesluis, is dus nodig indien de Gentse haven wil groeien.

Het onderzoek naar de noodzaak van een tweede grote zeesluis werd opgenomen in het Memorandum van Overeenstemming dat Vlaanderen en Nederland op 11 maart van 2005 ondertekenden. Daarin werden voor het eerst op grensoverschrijdend politiek niveau afspraken gemaakt over de verdere aanpak van de verbetering van de maritieme en nautische toegankelijkheid voor de haven van Gent. Minister Peeters wijst op de vooruitgang die sindsdien is geboekt.

"Er liggen duidelijke afspraken, met een concrete timing, op tafel van de regeringsverantwoordelijken in Vlaanderen en Nederland", zegt Peeters. De komende beslissing over de voor Vlaanderen gewenste diepteligging van de tunnel bij Sluiskil is volgens Peeters "een belangrijk moment". "Ik engageer er mij toe om binnen de Vlaamse regering alles in het werk te stellen om dit aanzienlijk bedrag (maximum 25 miljoen euro) beschikbaar te stellen aan Nederland als deelname in de extra kosten om de tunnel in Sluiskil op 16 m diepte te leggen", luidt het.

De volgende stap is overleg met alle actoren. Minister Peeters heeft in dat kader beslist om aan Vlaamse kant Miet Smet, minister van Staat, voor te dragen als co-voorzitter van het Overleg van Belanghebbenden met alle stakeholders. Daartoe behoren gemeenten, provincies, natuur- en landbouworganisaties en het bedrijfsleven.