Proces tegen Nederlandse konijnenhouderij

Volgens de stichting worden de dieren in veel te kleine kooien vetgemest met als gevolg dat een kwart van de konijnen sterft voor de slachtleeftijd en dat voedsters (moederkonijnen) binnen een jaar worden afgevoerd met pootontstekingen, ademhalingsproblemen en vruchtbaarheidsstoornissen. Het overgrote deel van de dieren zit in draadgazen batterijkooien zonder stro. De hokken zijn volgens Wakker Dier zo krap dat de dieren niet languit kunnen liggen of rechtop kunnen staan.

Wakker Dier verwijt het ministerie van Landbouw laksheid. Toenmalig minister van landbouw Van Aartsen heeft al in 1997 beloofd dat hij de regels voor de konijnenhouders strenger zou maken, zodat de leefomstandigheden voor de dieren zouden verbeteren.

De Nederlandse Organisatie van Konijnenhouders (NOK) wijst de kritiek van de hand. Volgens voorzitter F. Hurkmans willen konijnenhouders niet bij andere sectoren achterblijven. "De kooien moeten worden afgeschaft. Op veel plaatsen zijn al ruimere hokken gekomen. De beschuldigingen van Wakker Dier zijn achterhaald".