Oost-Europa produceert steeds meer landbouwmachines

De export van de nieuwe lidstaten steeg met 21 procent naar 482 miljoen euro. De lokale productie wordt geruggesteund door de groeiende vraag naar landbouwmachines in eigen land, aldus de VDMA. In vergelijking met de productie van landbouwmachines in de rest van Europa blijft het aandeel in de nieuwe lidstaten evenwel klein.

In 2005 hebben in de totale EU ruim 3.000 bedrijven voor 19,8 miljard euro verkocht. Dit is 4 procent meer dan in 2004. Voor dit jaar wordt een groei van 3 procent verwacht, zodat het totaal op 20,6 miljard euro zou uitkomen. De groei is volgens VDMA het gevolg van de schaalvergroting in de landbouw en de betere prijzen die vorig jaar voor de landbouwproducten wer­den betaald.

Wereldwijd is de productie van landbouwmachines vrij stabiel op een hoog niveau. Vooral in Azië en Oost–Europa is er veel vraag naar grotere machines. De belangrijkste producenten van landbouwwerktuigen zijn Duitsland, Italië en Frankrijk. Het meerendeel van de 220.000 ge­produceerde trekkers in 2005 is in deze landen gefabriceerd. In de VS zijn vorig jaar 226.000 trekkers van de band gerold.