Nieuw kantoorgebouw van Arvesta toont vertrouwen in Belgische landbouw

Het voormalige hoofdkantoor van Arvesta was gelegen op de Philipssite in Leuven. Nu verhuist het naar de Aarschotsesteenweg in Wilsele, vlakbij het distributiecentrum van Aveve, onderdeel van Arvesta, en de grootste Aveve-winkel van het land. “Ons nieuw kantoor staat op de plek waar in 1970 één van onze eerste Aveve-winkels heeft gestaan. Het voelt dan ook een beetje als thuiskomen, naast onze andere Arvesta-collega’s in het distributiecentrum en onze winkel”, stelt Lauwers.

Focus op duurzaamheid

Arvesta stelt in totaal 2.300 mensen, wat het bedrijf zelf “experts in the field” noemt, tewerk. In het nieuwe kantoorgebouw, dat 3.000 vierkante meter groot is, kunnen 350 medewerkers in een hybride werkvorm terecht: zij werken drie dagen per week van thuis uit en komen twee dagen naar kantoor komen. Een opvallende aula in het midden van het gebouw kan gebruikt worden voor presentaties of grotere bijeenkomsten. Verder is de ruimte als landschapskantoor ingericht, met de nodige kleinere zaaltjes die als vergaderruimte kunnen dienen.

Het was voor het bedrijf belangrijk dat het een klimaatvriendelijk gebouw zou worden. “Die duurzaamheid zit in ons DNA en is onze license to operate”, zegt Lauwers. “Er is vandaag alleen nog maar plaats voor een duurzame landbouw en dat is de landbouw waar wij bij Arvesta aan bouwen.”  De CEO wijst erop dat elke innovatie die Arvesta naar de land- en tuinbouwers brengt, ook rendabel is. “Op die manier tonen we dat ecologie, economie en technologie wel degelijk hand in hand gaan. En zo brengen we de landbouw naar een duurzaam model.” Het bedrijf zal in de periode 2021-2025 maar liefst 275 miljoen euro investeren in duurzame innovaties voor de sector.

Pleidooi voor gelijk speelveld

Vandaag behoort de Belgische land- en tuinbouw bij de beste en de meest duurzame landbouw ter wereld, zo benadrukt Arvesta. “Onze land- en tuinbouwers brengen producten op de markt die van de hoogste kwaliteit zijn, én met aandacht voor voedselveiligheid, traceerbaarheid, dierenwelzijn en onze planeet. Zo zorgen onze boeren dat de CO2-uitstoot per liter melk of kilo vlees in België bij de laagste ter wereld behoort”, verduidelijkt Lauwers.

Op dat vlak moet hem nog iets van het hart. “Wij blijven voedingswaren importeren uit landen die niet dezelfde standaarden hanteren. We voeren zelfs producten in uit Mercosur-landen zoals Argentinië, Brazilië, Venezuela en Chili waar men gewasbeschermingsmiddelen gebruikt die hier verboden zijn”, aldus de CEO. “Toch zien we dat voedingsproducten uit deze landen massaal bij onze retailers aangeboden en er is niemand die zich zorgen maakt over de impact op de gezondheid van de consument. Ook binnen Europa zijn de spelregels niet gelijk. Een gelijk speelveld is dan ook dringend nodig.”

In de marge van de opening kwam de premier ook terug op het stikstofakkoord dat eerder deze week werd bereikt. “Het is in het voordeel van iedereen, zowel de landbouwsector als de industrie, dat er een akkoord is. Voor de eerste keer heeft men geen tegenstelling gecreëerd tussen beide sectoren. Men geeft zowel aan industrie als aan landbouw de mogelijkheid om rechtszekerheid te krijgen. Dat is zeer belangrijk”, stelt De Croo. Daarnaast wijst hij erop dat er in het akkoord ook ruimte voorzien is voor innovatie. “We zullen nog moeten kijken wat de Raad van State ervan denkt, maar ik vind het wel een stap vooruit.”