Nederland wil Zeeuwse oester promoten in België

Jaarlijks worden er in Nederland 2,5 miljoen platte oesters en 40 miljoen Zeeuwse oesters geproduceerd. De jaarlijkse omzet voor de productie in de Oosterschelde bedraagt ongeveer 20 miljoen euro. Nederland is daarmee, na Frankrijk, het tweede oester exporterende land binnen de Europese Unie. De helft van de oesters uit Nederland gaat naar België, 25 procent blijft in Nederland en 20 procent wordt naar Italië geëxporteerd.

"In België hebben we de Franse oester als grote concurrent en moeten we het product nog meer aanprijzen. In de toekomst zullen we er onder meer oesterproeverijen organiseren", zei Bram Verwijs, directeur van de Coöperatieve Producentenorganisatie, woensdag tijdens de nieuwe oogst van de Zeeuwse oesters. "De laatste jaren was er al veel aandacht voor het product, maar er is nog veel werk aan de winkel", aldus de directeur.

De Nederlanders willen vooral aandacht besteden aan de kwaliteit van het product. "We willen een goed product hebben om de vraag te stimuleren en dan verkoopt de oester zichzelf", luidde het. "Toch zijn we al heel blij dat de Belgen zulke grote oesterliefhebbers zijn", aldus Verwijs. Volgens de organisatie heeft de Belgische consument een andere beleving van Zeeuwse Oesters dan de Nederlandse consument. In Nederland is de Zeeuwse oester een leidend product en in België nog niet. Maar in België is de groep consumenten veel groter dan in Nederland.

De 27 verschillende oesterkwekerijen in de Oosterschelde ondervinden nauwelijks hinder van concurrentie uit Vlaanderen. "Frankrijk is nog steeds de grootste concurrent en door hun enorm lange kustlijn is het moeilijk om die kloof te dichten", zei Verwijs. In Frankrijk loopt de productie van oesters jaarlijks op tot 1,5 miljard.

De eerste oesters werden woensdag in Yerseke aan wal gehaald in aanwezigheid van Louis Tobback, burgemeester van Leuven. De burgemeester nam de oesters woensdagavond mee naar Leuven, waar het oesterseizoen officieel van start gaat.