Nederland en Duitsland maken dieren preventief af

Volgens de woordvoerder van het landbouwministerie van de Duitse deelstaat Noordrijk-Westfalen werd gisteren een boerderij geruimd en is vandaag een andere aan de beurt. In de deelstaat zijn tientallen boerderijen met varkens en schapen van Britse oorsprong onder quarantaine geplaatst.

Vleesinspecteurs in Amsterdam maakten bekend dat afgelopen weekend preventief 2400 schapen, 600 herten en enkele honderden runderen en varkens werden afgemaakt op 11 boederijen die recent dieren hadden ingevoerd uit Groot-Brittannië.

Ook in Taiwan stak mond- en klauwzeer ondertussen de kop op. Drie varkens die geïnfecteerd bleken te zijn, zijn afgemaakt. De bron van het virus bleken varkensboerderijen in het midden en zuiden van het land te zijn. Vier jaar geleden moesten in Taiwan 14 miljoen varkens worden afgemaakt.

Intussen verklaarde Bernard Vallat, directeur van het internationale bureau voor dierenwelzijn, aan de Franse beurskrant Les Echos dat Europa voor de export van vlees marktaandeel dreigt kwijt te raken aan de Verenigde Staten. "Wanneer het virus overslaagt naar het continent is Europa zijn mond- en klauwzeervrije status kwijt".

De ziekte werd op 20 februari vastgesteld in een slachthuis in Essex in het zuidoosten van Groot-Brittannië. Sindsdien werden over het hele grondgebied al negen gevallen ontdekt. Grote delen van het Britse platteland zijn niet voor het publiek toegankelijk. Het virus behoort tot een bijzonder besmettelijke aziatische stam en kan worden overgedragen door de wind en op kleren. In totaal werden in Groot-Brittannië al 500 stuks vee, 2.000 varkens en 250 schapen afgemaakt. In 1967 moesten bij de uitbraak van mond- en klauwzeer bijna een half miljoen dieren eraan geloven.