"Met een stier moet je altijd opletten"

Volgens Deprez moet er een onderscheid gemaakt worden tussen vleesrassen en melkveerassen. "Melkveehouders kopen gewoonlijk sperma van één of andere superstier en houden geen eigen stier op de boerderij. Bij de vleesrassen is de verhouding ongeveer gelijk. Ongeveer de helft kiest voor kunstmatige inseminatie en de andere helft heeft een eigen stier. Binnen de vleesrassen is het Belgisch witblauwe ras nog tamelijk handelbaar. De Franse vleesrassen, zoals Charolais en Limousin, zijn veel nerveuzere beestjes".

En een stier blijft een risico, bij elke fokker zo blijkt. "In tegenstelling tot heel wat andere dieren vallen stieren niet uit angst aan. Ze zijn niet bang van mensen. Zelfs jonge stieren kunnen behoorlijk uithalen. Regel bij ons in de faculteit is alleszins: nooit alleen bij een stier. Wij hebben zelfs speciale boxen van waaruit een mens kan ontsnappen zonder dat de stier hem achterna kan". Een stier is dan ook een tank. Er zijn kolossen tot 1.800 kilo en meer. Dat is te vergelijken met een middelgrote monovolume. "Een charge van zulk beest kan inderdaad moordend zijn".

"Vleesstieren lopen gewoon buiten", vertelt professor Deprez. "Zij beschermen hun kudde en dan kun je maar best niet te dichtbij komen, want dan durven ze wel eens echt chargeren. Stieren zijn gewoon veel moeilijker te socialiseren. Koeien zijn ook niet geheel ongevaarlijk. Maar dat geldt vooral voor vleeskoeien. Dat soort van beesten heeft eigenlijk heel weinig contact met mensen. Melkkoeien worden tweemaal per dag gemolken en hebben dus meer kans op een gezonde vorm van socialisatie".(GL)