Melkerij van Langemark viert honderdste verjaardag

Het waren enkele vooruitziende boeren die in juni 1906 de handen in elkaar sloegen en de coöperatieve Stoommelkerij Sint-Paulus uit de grond stampten. Doel van de onderneming was de verwerking van melk tot boter. Hoewel de scepsis in de streek heel groot was, begon het aantal aandeelhouders van de coöperatieve snel te groeien.

In 1910 draaide de melkerij al een omzet van 626.000 toenmalige franken. De groei werd daarna vertraagd door de twee wereldoorlogen. Pas vanaf de jaren 1950 begon de expansie. Het was rond die tijd dat oud-werknemer Robert Verschaeve in dienst kwam. "Na de oorlog kwam er een grote evolutie op zuivelgebied. Waar vroeger alleen boter industrieel gemaakt werd, begon men ook consumptiemelk te verwerken", klinkt het. De aanvoer begon daardoor enorm de stijgen.

Daarna kwamen een reeks grote overnames en fusies tot stand. Zo werd Sint-Paulus achtereenvolgens Dixmuda-Langemark, Inco-Ysco, Belgomilk en sinds vorig jaar Milcobel. Vandaag is het bedrijf met een jaarlijkse melkaanvoer van meer dan 750 miljoen liter, één van de grootste melkerijen van het land. Van de melk wordt nog altijd boter gemaakt, maar ook kaas en melkpoeder.